ECLI:NL:OGHACMB:2020:257
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- F.W.J. Meijer
- O. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verdeling van huwelijksgoederen en verrekening van pensioenen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 17 februari 2020. De vrouw, in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, heeft op 26 maart 2020 een akte van appel ingediend. In haar memorie van grieven heeft zij twee grieven aangevoerd tegen de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de verrekening van pensioenen. De man, in eerste aanleg eiser in conventie en verweerder in reconventie, heeft de grieven bestreden en verzocht het vonnis te bevestigen.
De procedure heeft zich verder ontwikkeld met pleitnotities van beide partijen. Het Hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep tijdig en op de juiste wijze is ingesteld. De huwelijksgoederengemeenschap is ontbonden op 29 mei 2017, de datum van indiening van het verzoek tot echtscheiding, en het huwelijk is op 6 december 2017 geëindigd.
Het Hof heeft de grieven van de vrouw beoordeeld. Grief 1, die betrekking heeft op de inboedel van het echtelijk huis, werd verworpen. Het Gerecht had de waarde van de inboedel vastgesteld en de vrouw had geen voldoende onderbouwing gegeven voor een herziening van deze beslissing. Grief 2, over de pensioenen, werd eveneens afgewezen. Het Hof oordeelde dat de wijze van verrekening van de pensioenen aan de rechter is, en dat de man niet in staat is om een eenmalige betaling te doen. Daarom is besloten tot betaling in maandelijkse termijnen.
Het Hof bevestigde het vonnis waarvan beroep en compenseerde de proceskosten in appel, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 17 november 2020 in aanwezigheid van de griffier.