Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
NAf 6.000,- aan salaris voor de gemachtigde;
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [Appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 10 juni 2019. [Appellant] vorderde in conventie dat het Hof zou verklaren dat hij door verjaring de eigendom had verkregen van een perceel grond te Las Almas, Curaçao, en dat het Land Curaçao hem schadeloos zou stellen. Het Land, dat in reconventie een verklaring voor recht vorderde dat [Appellant] onrechtmatig handelde door zonder geldige titel gebruik te maken van het perceel, heeft de grieven van [Appellant] bestreden. Het Hof heeft vastgesteld dat [Appellant] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn eigendomsclaim en dat hij geen gebruik maakte van het perceel. Het Gerecht heeft de vorderingen van [Appellant] in conventie afgewezen en de vordering in reconventie van het Land eveneens afgewezen, met compensatie van de proceskosten. Het Hof bevestigt het vonnis van het Gerecht, oordeelt dat alle grieven van [Appellant] falen en veroordeelt hem in de kosten van het hoger beroep.