ECLI:NL:OGHACMB:2020:318

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
3 december 2020
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
BON2020H00033
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geheimhoudingsbeslissing inzake openbaarmaking van politiegegevens in hoger beroep over evenementvergunning

In deze zaak heeft de Gezaghebber van het Openbaar Lichaam Bonaire hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft de verlening van een vergunning voor een evenement op 8 juni 2019, waarbij de Gezaghebber heeft verboden dat de rapper '[naam rapper]' zou optreden. De Gezaghebber heeft verzocht om geheimhouding van een informatierapport van het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN), dat vertrouwelijke politiegegevens bevat. Hij stelt dat openbaarmaking van deze gegevens de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen zou schaden en de opsporing en vervolging van strafbare feiten zou kunnen aantasten.

De geheimhoudingskamer van het Hof heeft het rapport ingezien en vastgesteld dat het rapport informatie bevat die al openbaar is op sociale media. De Gezaghebber heeft niet aannemelijk gemaakt dat openbaarmaking van deze gegevens zou leiden tot aantasting van de persoonlijke levenssfeer. Het Hof oordeelt dat de belangen van de Gezaghebber niet opwegen tegen het belang van openbaarmaking, behalve voor de paspoort- en uitreisgegevens van de rapper, die wel onder geheimhouding vallen. Het verzoek om beperking van de kennisneming van het rapport wordt afgewezen, met uitzondering van de persoonlijke gegevens van de rapper.

De beslissing van het Hof is dat het verzoek van de Gezaghebber wordt afgewezen, behalve voor de gegevens van de rapper. Het Hof wijst de Gezaghebber erop dat hij de gevolgen van deze beslissing moet ondergaan, en dat het Hof de nodige gevolgtrekkingen kan maken.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

Beslissing op grond van artikel 24, derde lid, van de War BES

in het hoger beroep van:

de Gezaghebber van het Openbaar Lichaam Bonaire,

gemachtigde: mr. F.E. de Bruijn, advocaat,
tegen de uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 17 maart 2020 in zaak BON201900477 in het geding tussen:

de Gezaghebber

en

[verweerster],

verweerster,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel, advocaat

Procesverloop

De Gezaghebber heeft hoger beroep ingesteld. Het gaat om de verlening van een vergunning voor een evenement ‘[naam evenement]’ op 8 juni 2019 (evenement), waarbij de Gezaghebber verweerster heeft verboden rapper “[naam rapper]” (rapper) te laten optreden tijdens het evenement.
De Gezaghebber heeft een gedingstuk overgelegd waarbij hij onder verwijzing naar artikel 24 van de War BES heeft verzocht dat uitsluitend het Hof daarvan kennisneemt. Het betreft een informatierapport (rapport) van het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN).

Overwegingen

De Gezaghebber heeft aangevoerd dat er gewichtige redenen zijn als bedoeld in artikel 24 van de War BES die rechtvaardigen dat uitsluitend het Hof van het rapport kennisneemt. Het rapport ligt ten grondslag aan het advies van KPCN aan de Gezaghebber over de gevolgen van het evenement voor de openbare orde en veiligheid van Bonaire. Ter motivering van zijn verzoek heeft de Gezaghebber aangevoerd dat het rapport vertrouwelijke politiegegevens bevat. De artikelen 7 en 19 van de Wet politiegegevens staan in beginsel in de weg aan verstrekking van deze vertrouwelijke gegevens aan derden. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van
4 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3686, merkt de Gezaghebber over de op grond van artikel 24 van de War BES te maken belangenafweging het volgende op. Openbaarmaking van de politiegegevens zal leiden tot aantasting van het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen die in het rapport worden genoemd. Ook zal openbaarmaking van deze gegevens leiden tot aantasting van het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten. Uit het rapport blijkt niet alleen welke personen door de politie in verband worden gebracht met het “gang-geweld” in Curaçao, maar daarin wordt ook een gedetailleerde beschrijving gegeven van verschillende incidenten die hebben plaatsgevonden. Bovendien blijkt uit het rapport welke bronnen KPCN voor het onderzoek heeft gebruikt. Het belang dat de politie zonder enige terughoudendheid haar bevindingen vertrouwelijk met de Gezaghebber kan delen is essentieel voor de zorgvuldigheid en kwaliteit van de besluitvorming en meer in het algemeen voor het belang van adequate opsporing en vervolging van strafbare feiten. Het belang van verweerster om kennis te kunnen nemen van de inhoud van het rapport weegt hier niet tegenop.
De geheimhoudingskamer van het Hof heeft kennisgenomen van het rapport. Vastgesteld wordt dat het rapport als open bron vermeldt ‘sociale media/internet’ en als gesloten bron ‘BMS’ (Border Management System; dit bevat de gegevens van inkomende en vertrekkende reizigers). Het rapport maakt expliciet melding dat de namen, althans hun bijnamen, van de personen die worden genoemd en de incidenten die worden beschreven, rondgaan op de sociale media. Het gaat dan ook niet om gegevens die bij derden, zoals verweerster, niet bekend zouden kunnen zijn. Openbaarmaking van deze gegevens, voor zover daarvan nog sprake is gelet op wat op de sociale media daarover is terug te vinden, zal dan ook niet leiden tot aantasting van het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Dat openbaarmaking van deze gegevens zal leiden tot aantasting van het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten, heeft de Gezaghebber niet aannemelijk gemaakt. Het rapport maakt slechts melding van speculaties op sociale media over wie bij de vermelde incidenten betrokken zouden kunnen zijn. Het rapport maakt geen melding van bijvoorbeeld (bevindingen van) opsporingsactiviteiten van de KPCN waarbij vertrouwelijkheid voorop zou moeten staan.
Uit wat onder 2 is overwogen volgt dat geen sprake is van zodanig gewichtige redenen als bedoeld in artikel 24 van de War BES dat uitsluitend het Hof kennis mag nemen van het rapport. Dat geldt echter niet voor de in het rapport opgenomen paspoort- en uitreisgegevens van de rapper, die kennelijk zijn ontleend aan het BMS, alsmede zijn persoonlijke gegevens over achtergrond en familie. Het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de rapper weegt zwaarder dan het belang van verweerster bij kennisneming van deze gegevens. Bovendien is niet aannemelijk dat verweerster daardoor wordt benadeeld bij de behandeling van het hoger beroep.
De slotsom is dat het verzoek om beperking van de kennisneming van het rapport niet voor inwilliging in aanmerking komt, met uitzondering van de onder 3 bedoelde gegevens van de rapper in het rapport.
De Gezaghebber heeft het Hof verzocht om, mocht het Hof zijn verzoek om beperkte kennisneming van het rapport afwijzen, het rapport aan hem terug te sturen. Hieraan zal gevolg worden gegeven. De Gezaghebber wordt er evenwel op gewezen dat het Hof daaruit de gevolgtrekkingen kan maken die hem geraden voorkomen.

Beslissing

Het Hof
wijsthet verzoek
afvoor zover dit geen betrekking heeft op de gegevens als bedoeld onder 3.
Aldus vastgesteld door mr. W.H. Bel, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2020 te Curaçao in tegenwoordigheid van de griffier.