ECLI:NL:OGHACMB:2020:63
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot betaling door Global Distribution & Construction Center N.V. aan Sint Maarten Concrete N.V. na faillissement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Global Distribution & Construction Center N.V. (hierna: Global) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. Global had op 17 september 2018 hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis, waarin zij werd veroordeeld tot betaling aan Sint Maarten Concrete N.V. (hierna: Concrete). Global vorderde een bedrag van US$ 290.177,21 met wettelijke vertragingsrente. Concrete heeft de grieven bestreden en verzocht het vonnis te bevestigen, met veroordeling van Global in de proceskosten.
Tijdens de procedure werd Global op 8 april 2019 in staat van faillissement verklaard. De curator, mr. H.A. Seferina, heeft aangegeven het geding in conventie niet te willen overnemen. Dit leidde tot vragen over de voortzetting van de procedure. Concrete heeft geen ontslag van instantie gevraagd, ondanks dat zij meerdere keren de gelegenheid hiertoe heeft gekregen. Het Hof heeft geoordeeld dat de zaak voortgezet kan worden, ook zonder de curator, omdat Concrete niet tijdig heeft gereageerd op de mogelijkheden die haar werden geboden.
Het Hof heeft besloten de zaak te verwijzen naar de rol van 15 mei 2020 voor schriftelijk pleidooi, waarbij Global de gelegenheid krijgt om haar eerdere akte opnieuw in te dienen. De beslissing over de vordering in reconventie van Concrete is van rechtswege geschorst. Het Hof houdt verdere beslissingen aan tot het schriftelijk pleidooi.