Appellant] heeft in eerste aanleg in conventie, na zijn vermeerdering en/of verandering van eis, gevorderd:
“bij vonnis, voor zover de wet toelaat, uitvoerbaar bij voorraad:
1. in het kader van de scheiding en deling van de opengevallen nalatenschappen van erflaters de ten processe bedoelde onroerende zaken aan eiser toe te delen voor de totale waarde van NAF. 145.000,-- minus de door hem voorgeschoten kosten en de in deze percelen geïnvesteerde gelden ten bedrage van NAF. 55.000,- in totaal, onder gehoudenheid van eiser om aan de andere deelgenoten te vergoeden al datgene wat hem of haar toekomt uit hoofde van de overbedeling en verrekening van de door hem voorgeschoten kosten en gedane investeringen naar rato van ieders aandeel in de te verrekenen posten;
2. voor het geval de overige deelgenoten niet meewerken aan de verdeling van de nalatenschap nadat deze bij rechterlijke uitspraak is bevolen en bepaald, een onzijdig persoon als bij de wet bedoeld te benoemen voor deze deelgenoten om de weigerachtige deelgenoot en/of deelgenoten te vertegenwoordigen bij het passeren van de akte van scheiding en deling en de transportakte (akte van levering) en/of te bepalen dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats van de medewerking van gedaagden aan het tot stand komen van de te verlijden akte van scheiding en deling en de transportakte (akte van levering) en daarmede de afwikkeling en overdracht ten aanzien van de onroerende zaken zal treden.
3. gedaagde [Geïntimeerde 1] te veroordelen om binnen twee weken, althans een zodanige termijn als U.E.A. in goede justitie zal vermenen te behoren, na betekening van de in deze te geven uitspraak, danwel terstond en onmiddellijk na het verlijden van de akte van scheiding en deling en/of de transportakte (akte van levering) van de ten processe bedoelde onroerende zaken de woning aan de [adres] met al wie en al wat zich daarin van zijnentwege mocht bevinden te ontruimen en te verlaten en ter vrije beschikking van eiser te stellen met machtiging op eiser om de ontruiming met behulp van de sterke arm te doen uitvoeren zo de gedaagde niet aan het in deze te wijzen vonnis voldoet;
4. gedaagde [Geïntimeerde 1] te veroordelen om aan eiser te betalen een gebruiksvergoeding van NAF. 800,- per maand vanaf 15 juli 2013, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de respectieve vervaldata, althans een zodanige datum als U.E.A. in goede justitie zal vermenen te behoren, dan wel een gebruiksvergoeding gelijk aan
NAF. 9.128,34voor de periode vanaf 29 maart 1988 tot 24 maart 2011, en een gebruiksvergoeding van
NAF. 91,66 per maandvanaf 24 maart 2011 tot de dag van ontruiming van de woning, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de respectieve vervaldata, althans een zodanige datum als U.E.A. in goede justitie zal vermenen te behoren, en te bepalen dat eiser gerechtigd is de door [Geïntimeerde 1] te betalen gebruiksvergoeding te verrekenen met hetgeen hij aan [Geïntimeerde 1] zal dienen te betalen wegens overbedeling;
5. gedaagden, hoofdelijk, te veroordelen in de kosten van deze procedure;
en wijders
6. gedaagde [Geïntimeerde 1], te veroordelen in de kosten van de ontruiming van het perceel [adres], voor zover hij mocht weigeren om het perceel aan de [adres] vrijwillig te ontruimen en te verlaten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten ingaande veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis, voorzover hij niet binnen deze termijn vrijwillig aan het vonnis zal hebben voldaan.”