2.1In hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende vaststaande feiten.
Het echtpaar [appellanten] is op 15 januari 2013 eigenaar geworden van een appartementsrecht in de Rainbow Beach Club Tennis (Court) Building, dat onderdeel is van het Rainbow Beach Club Project.
Blijkens de splitsingsakte van het gebouw omvat het gesplitste object privégedeelten (“private sections”) en gezamenlijke ruimtes (“common areas”), verdeeld over 26 appartementsrechten. Enkele appartementsrechten waren bestemd tot parkeergarage, gym en business center. In het gebouw is ook een tennisbaan gelegen.
Het resort omvat naast de Tennis (Court) Building nog enkele andere gebouwen, waarvan er vier eveneens zijn gesplitst in appartementen, alsmede een terrein dat eigendom is (gebleven) van Sabra N.V (hierna: Sabra; in de splitsingsakte aangeduid als de “Corporation”).
Ten aanzien van dit laatste, niet gemeenschappelijke, terrein (zie ook artikel 3 sub b van de akte) voorziet de splitsingsakte (coda, opgenomen aan het eind na artikel 50) in enkele erfdienstbaarheden (“easements” waarvan die onder C); die erfdienstbaarheden geven de appartementseigenaren het recht te gaan over dat terrein en naar de daarop gelegen faciliteiten, alsmede tot het gebruik daarvan, hierna te noemen de hotelfaciliteiten en in de akte (artikel 1 sub m) onder de naam “Rainbow Beach Club Facilities” aldus omschreven:
“the common areas and facilities of the Rainbow Beach Club Project which among others will include gated entry, security, private covered parking controlled by security, access roads, walk ways, swimming pools, spa, tennis, gardens, private beach access, in house maintenance, on-site manager’s office, playground facilities and maid service upon request.”
De erfdienstbaarheid onder C is verleend onder de last voor de begunstigden “(…)
to share the costs of maintenance and upkeep of the Rainbow Beach Club Facilities (…)”. Deze kosten zijn te verdelen naar rato van de oppervlakte aan de gebouwen en vervolgens conform de breukdelen aan de afzonderlijke appartementen toe te rekenen.
Aangaande het gebruik van de hotelfaciliteiten bepaalt voorts artikel 4, sub 1, laatste deel:
“The use of the Rainbow Beach Club Facilities shall be established between the Corporation and the owner in a separate document, which document will also specify the applicable regulations concerning such use”.
Voorts bepaalt artikel 38:
1.
During the period of residence in their private sections, all members [van de VvE; Hof] are entitled to make use of:
(i)
the services, facilities and areas and objects owned or controlled by the association;
(ii)
the easement described at the end of this deed;
(iii)
the Rainbow Beach Club facilities.
All such use has to be made in accordance with the existing or future regulations house regulations, the resolutions of the Meeting or customs and the applicable regulations set by the Corporation concerning the Rainbow Beach Club Facilities.
2.
Members shall pay a share of the expenses of, or expenses charged to, the association in respect of each right of apartment owned as specified in the regulations, the house regulations and the agreements and understandings between the association and the Corporation.
De appartementseigenaren zijn allen lid van de “Association” (een VvE in de zin van artikel 5:125 lid 2 BW). De akte wijst Sabra aan als voorzitter van die VvE en RBCM als “Manager”.
Omtrent de door appartementseigenaren verschuldigde bijdrage, waaronder die in verband met de erfdienstbaarheid, bepaalt artikel 20 van de akte onder meer:
“The charges and expenses as referred to in article 5:112, first paragraph sub a, of the Civil Code of the Netherlands, will be understood to include:
a. those incurred in connection with the normal maintenance and the normal use of the common areas or of the common objects of the Rainbow Tennis Court Building, or for the preservation of same, as well as the charges by the Corporation for the use and the maintenance of any and all hotel facilities, easement and other rights of use granted and services provided to the (joint) owners by the Corporation, such as the entrance, security, parking, gardens, swimming pool, septic treatment facilities etc.
b. those in connection with the necessary works to and renewals in the common areas and the common objects of the Rainbow Tennis Court Building(…)”.
Artikel 21 van de akte geeft een regeling voor de vaststelling van de door de manager te innen bijdrage en bepaalt daarbij onder meer:
“The Manager shall, on behalf of the Board, annually:
(i) draw up a budget of the joint expenses and charges referred to in the preceding article;
(ii) determine the pro rata shares in the expenses resulting from periodic paintwork and necessary replacements;
(iii) determine reservations to be made for future repair, maintenance and upkeep of the Building, common areas, common facilities and objects of the Rainbow Tennis Court Building as well as the easement granted to the owners; and submit same to the annual Meeting for confirmation.”
De besluitvorming binnen de VvE is geregeld in de artikelen 39 tot en met 45;
In de leveringsakte waarbij [appellanten] het appartementsrecht heeft verkregen staat onder meer dat de kopers op voorhand een kopie van de splitsingsakte hadden ontvangen, dat zij de erfdienstbaarheid en de last waaronder deze is gevestigd aanvaarden en verklaren zij voorts
“ to be fully aware that the use of the aforementioned hotel facilities is subject to compliance with the rules established thereto by the Corporation and subject to the payment of the charges for use and maintenance of such facilities”;
De appartementseigenaren hebben bij de eerste uitgifte van de appartementsrechten ieder voor zich een overeenkomst gesloten met Rainbow Beach Club Co Ltd. (RBCC); de zogenaamde Maintenance Agreement-Part D. Blijkens de overgelegde versie uit 2007 omvat het onderhoud - “basically for the common areas” het volgende:
1. Water input service as required unless water lines are under repair.
2. Pick up and removal of garbage Monday through Saturday.
3. Cleaning and chemical input for pool Monday through Saturday.
4. Watering of flowers in all common areas as needed but not less than once weekly (unless need reduced by rain).
5. Cleaning, raking and sweeping of all common areas three times weekly.
6. Repair of swimming pool as needed.
7. Maintenance of swimming pool as needed.
8. Insect spray on garden of flowers in common areas as needed.
9. Maintenance of roads and parking areas, tennis court and walks as needed.
10. Office is opened and maintained for Unit owners, Monday through Saturday or more often as needed.
11. Emergency generator for office and common areas, and main water supply maintained as needed.
12. Care of all common areas as needed.
13. Arranging for total maid service on behalf of Unit owner as requested by Unit owner (cost to Unit owner).
14. Arranging for the supply of cleaning materials for Unit owner as needed and requested (cost to Unit owner).
15. Arranging for Pest Control maintenance of Unit interior as need and requested by Unit Owner. (Extermination cost to Unit owner).
Als maintenance charge voor 2007 is vermeld: US$ 225,- per maand.
Tussen RBCM en leden van de familie [naam] (de achterliggers van het project en Sabra) enerzijds en een groep eigenaren anderzijds zijn in de loop der jaren diverse geschillen ontstaan over het gebruik van de hotelfaciliteiten en de te betalen bijdrage en over de uitvoering van het onderhoud.
Bij e-mailbericht van 31 oktober 2011 heeft [naam] namens RBCC en RBCM aan alle eigenaren laten weten dat RBCC de Maintenance Agreement Part D opzegt per 31 december 2011 en dat: “
We are sorry to discontinue all services formerly provided under your Maintenance Agreement Part D, i.e. those areas of maintenance of properties owned by the Corporation.”Bij e-mailbericht van 24 november 2011 heeft [naam] namens Sabra deze beëindiging bevestigd en daarbij aangegeven dat het contractuele onderhoud uit hoofde van meergenoemde overeenkomst zag op “
the maintenance of the Rainbow Beach Club Facilities, or at least the majority of these facilities”.
Bij vonnis in kort geding van 3 februari 2012 heeft het Gerecht Sabra en RBCC veroordeeld om “te gehengen en te gedogen dat een door de appartementseigenaren aangesteld beveiligings- en onderhoudsbedrijf zijn diensten verricht op de dienende erven conform de splitsingsakte”.
In maart 2012 heeft een groep eigenenaren zich ten behoeve van de gezamenlijke belangenbehartiging verenigd in RBCTA. Zij heeft vervolgens opdracht gegeven aan Solutions Accounting and Management N.V. (hierna: Solutions) om het door RBCC afgestoten werk over te nemen. Een meerderheid van de eigenaren betaalt sindsdien aan Solutions. Andere eigenaren, onder wie enkele die zijn gerelateerd aan de familie [naam], betalen aan RBCM.
RBCM heeft een aantal (ex)-eigenaren aangesproken tot betaling van bedragen voor (zo stelde RBCM) het gebruik van de hotel facilities in de periode augustus 2013 tot september 2016 alsmede voor onderhoudswerkzaamheden die niet onder Maintenance Agreement D vielen en die RBCM zegt in genoemde periode te zijn blijven verrichten. Die vorderingen zijn door het Gerecht in zes vonnissen afgewezen. Het Hof heeft die uitspraken bij vonnissen van 29 januari 2021 bevestigd.
Het echtpaar [appellanten] is per 1 januari 2016 lid geworden van RBCTA en heeft de door RBCTA in rekening gebrachte bijdragen voor dat jaar voldaan. Een bedrag van US$ 15.732,- dat betrekking had op de periode vóór 1 januari 2016 hebben zij niet willen betalen.