In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschappen Lawaetz Land Development N.V. en Party Light N.V. over de eigendom van een perceel grond gelegen in Sint Maarten. De zaak is ontstaan uit een hoger beroep dat Party Light heeft ingesteld tegen een eerder vonnis van het Gerecht. Het Hof heeft in een tussenvonnis van 11 december 2021 partijen verzocht om aanvullende stukken en heeft een comparitie ter plaatse gelast, waarbij de situatie ter plaatse is opgenomen en besproken.
De procedure heeft zich verder ontwikkeld met het indienen van stukken door beide partijen, waarbij Lawaetz gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op de producties van Party Light. Het geschil draait om de vraag wie de eigenaar is van een strook grond, met een kadastrale aanduiding, en of Party Light door verjaring eigenaar is geworden van dit perceel. Het Hof heeft vastgesteld dat Party Light in 1987 eigenaar is geworden van een perceel grond, maar dat er onvoldoende bewijs is dat de verkoper bevoegd was om over de strook te beschikken.
Het Hof heeft echter geoordeeld dat Party Light wel degelijk door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond, ondanks dat zij niet te goeder trouw was. Het Hof heeft de vordering van Party Light om te verklaren dat zij al in 1987 eigenaar is geworden van de strook afgewezen, maar de subsidiaire vordering toegewezen. Het bestreden vonnis is bevestigd, en Lawaetz is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 27 juli 2021.