ECLI:NL:OGHACMB:2021:276

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
30 augustus 2021
Zaaknummer
SXM2021H00055
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergunning voor tussentijds hoger beroep inzake erkenning Amerikaans vonnis

In deze zaak heeft Delta Wing Equipment LLC, een rechtspersoon gevestigd in Carson City, Nevada, Verenigde Staten, een verzoek ingediend bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het verzoek betreft de vergunning om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gewezen op 20 april 2021. Delta Wing heeft op 4 mei 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin zij stelt dat het Gerecht in eerste aanleg heeft geweigerd om een Amerikaans vonnis te erkennen, dat op 23 april 2019 door The United States District Court for the Western District of Oklahoma is gewezen. Delta Wing vordert dat Flydom N.V. en een tweede geïntimeerde hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 534.222,88, vermeerderd met rente en kosten.

Het Hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig is ingediend, binnen de termijn van twee weken na de uitspraak van het vonnis. Het Hof heeft de vraag beoordeeld of het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg een deelvonnis betreft en of daarmee een einde is gemaakt aan het geding omtrent de vordering in de hoofdzaak. Het Hof concludeert dat de vordering tot erkenning van het Amerikaanse vonnis niet als een zelfstandige vordering is gedaan, maar als een onderbouwing van de vordering tot betaling. Dit betekent dat de vordering nog steeds kan worden beoordeeld door de Sint Maartense rechter.

Het Hof verleent Delta Wing de vergunning om tussentijds hoger beroep in te stellen en verwijst de zaak naar de rol van 27 augustus 2021 voor verdere procedurele stappen. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindvonnis in hoger beroep. Deze beschikking is gegeven ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten op 27 juli 2021, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN
ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN
BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
BESCHIKKING
als bedoeld in artikel 263a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de zaak van:
De rechtspersoon naar vreemd recht
DELTA WING EQUIPMENT LLC,
gevestigd te Carson City, Nevada, Verenigde Staten van Amerika,
in eerste aanleg eiseres, thans verzoekster tot het verlenen van vergunning ex artikel 263a Rv,
gemachtigden: mrs. M. Franken en M.R.B. Gorsira,
tegen

1.de naamloze vennootschapFLYDOM N.V.,

gevestigd te Sint Maarten,
2.
[GEINTIMEERDE 2],
wonende te Saint Martin,
in eerste aanleg gedaagden, thans verweerders tegen het verzoek ex artikel 263a Rv,
gemachtigde mr. E.F. Keuning.
Partijen zullen hierna Delta Wing, Flydom en [geïntimeerde 2] worden genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Delta Wing heeft bij een op 4 mei 2021 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten (hierna: het Gerecht) ingekomen verzoekschrift met producties, het Hof verzocht haar vergunning te verlenen om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen een op 20 april 2021 door het Gerecht gewezen vonnis (hierna: het vonnis).
1.2
Van Flydom en [geïntimeerde 2] is geen verweerschrift ingekomen.
1.3
Op de rolzitting van 11 juni 2021 hebben partijen hun pleitnota’s ingediend.
1.4
Beschikking is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1
Uit hetgeen hiervoor onder 1.1 is overwogen, volgt dat het verzoekschrift tijdig, namelijk binnen twee weken na de dag van de uitspraak van het vonnis, ter griffie is ingediend. Delta Wing kan in zoverre worden ontvangen in haar verzoek.
2.2
Delta Wing heeft in eerste aanleg gevorderd dat het Gerecht Flydom en [geïntimeerde 2] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van een bedrag van US$ 534.222,88 met rente en kosten. Zij heeft daartoe (primair) een beroep gedaan op erkenning van een tussen partijen gewezen vonnis van 23 april 2019 van The United States District Court for the Western District of Oklahoma (hierna: het Amerikaanse vonnis).
2.3
Het Gerecht heeft overwogen dat het Amerikaanse vonnis niet kan worden erkend en heeft dat oordeel met het oog op de mogelijkheid van appel in het dictum opgenomen. De zaak is verwezen naar de rol om, als Delta Wing niet in appel zou gaan, de vordering inhoudelijk te beoordelen. Het dictum van het vonnis luidt als volgt:
“Het Gerecht:
beslist dat het Amerikaanse vonnis op grond van de Gazprom-criteria niet in aanmerking komt voor erkenning op Sint Maarten,
verwijst de zaak naar de civiele rolzitting van 15 juni 2021 voor conclusie na tussenvonnis zijdens Delta Wing,
bepaalt dat daarna Flydom en [geïntimeerde 2] een antwoordconclusie na tussenvonnis mogen indienen,
houdt iedere verdere beslissing aan.”
2.4
De vraag is of dit vonnis een deelvonnis (ook wel: gedeeltelijk eindvonnis) betreft en of, zoals voor die kwalificatie is vereist, met de beslissing dat het Amerikaanse vonnis niet in aanmerking komt voor erkenning op Sint Maarten, een einde is gemaakt aan het geding omtrent een vordering in de hoofdzaak. Het verzoek tot erkenning van dat vonnis is immers niet gevorderd, maar (primair) ten grondslag gelegd aan de vordering tot betaling van een geldsom. Die vordering kan nog altijd, na een nieuwe beoordeling door de Sint Maartense rechter, volledig worden toegewezen.
2.5
Als die vraag ontkennend zou moeten worden beantwoord geldt dat een snelle en doelmatige procesgang vereist dat afzonderlijk appel wordt ingesteld van het vonnis. De vergunning zal daarom worden verleend voor zover vereist. Naar inmiddels vaste rechtspraak van dit Hof is een overbodig verzoek ex artikel 263a Rv te beschouwen als een akte van appel. Het verzoekschrift en de pleitnota bevatten ook reeds beroepsgronden. De zaak zal worden verwezen naar de rol voor akte zijdens Delta Wing (ambtshalve peremptoir met rolstand P3). Bij die akte dient Delta Wing te laten weten of deze gronden als de memorie van grieven kunnen worden opgevat of dat Delta Wing nog nadere grieven heeft en zo ja : welke.
2.6
De akte dient vergezeld te gaan van een bewijs van betaling van het verschuldigde griffierecht ten bedrage van NAf 15.000,- minus het reeds betaalde bedrag van NAf 900,- = NAf 14.100,- (een en ander op basis van een geldelijk belang van US$ 534.222,88 (NAf 959.033,71).
2.7
Delta Wing dient deze akte tevens per e-mail te zenden aan het Hof ([e-mailadres]) en aan de wederpartijen. Laatstgenoemden hebben na ontvangst van de akte zes weken de tijd om per e-mail aan het Hof ([e-mailadres]) een memorie van antwoord in te dienen.
2.8
De beslissing over de proceskosten zal worden aangehouden tot het eindvonnis in hoger beroep.

3.De beslissing

Het Hof:
verleent Delta Wing voor zover vereist vergunning om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van 20 april 2021;
verwijst de zaak naar de rol van 27 augustus 2021 voor akte zijdens Delta Wing (ambtshalve peremptoir P3), met de bepaling dat Flydom en [geïntimeerde 2] vervolgens zes weken de tijd hebben om een memorie van atwoord in te dienen;
houdt de beslissing over de proceskosten aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.W. Scholte, F.W.J. Meijer en O. Nijhuis, leden van het Gemeenschappelijke Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Sint Maarten uitgesproken op 27 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.