ECLI:NL:OGHACMB:2021:342
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en de beoordeling van redelijkheid en billijkheid in echtscheidingszaken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de toekenning van partneralimentatie. De appellant, de man, heeft in eerste aanleg verzocht om een maandelijkse alimentatie van US$ 500 van de geïntimeerde, de vrouw. De eerste rechter heeft dit verzoek afgewezen, waarbij werd overwogen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om van de vrouw een bijdrage in het levensonderhoud te verlangen, gezien het wangedrag van de man. De man heeft in hoger beroep twee gronden aangevoerd en verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juni 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De vrouw heeft betoogd dat de man niet is gestopt met het plaatsen van beledigende en bedreigende berichten op social media, zelfs na de eerdere uitspraak. De man heeft zijn wangedrag betwist en verwezen naar zijn ziekte MS, die zijn emotionele reacties beïnvloedt. Het Hof heeft de ernst van de gedragingen van de man in overweging genomen, evenals zijn ziekte, en geconcludeerd dat het niet redelijk is om de man de alimentatie te ontzeggen, mits hij zich inzet om zijn gedrag te verbeteren.
Uiteindelijk heeft het Hof de bestreden beschikking bevestigd, waarbij de man toestemming kreeg om kosteloos te procederen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om zowel financiële als niet-financiële omstandigheden in aanmerking te nemen bij de beoordeling van alimentatieverplichtingen na een echtscheiding.