ECLI:NL:OGHACMB:2021:47
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- F.W.J. Meijer
- O. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na ontbinding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, uitgesproken op 18 maart 2019. De vrouw, in eerste aanleg eiseres en thans appellante, heeft op 30 april 2019 een akte van appel ingediend. In haar memorie van grieven, ingekomen op 10 juni 2019, heeft zij grieven tegen het vonnis aangevoerd en verzocht het Hof het vonnis te vernietigen en het bedrag dat zij aan de man moet betalen vast te stellen op NAf 29.180,99, met veroordeling van de man in de proceskosten in beide instanties. De man heeft geen memorie van antwoord ingediend, maar heeft wel verzocht om kosteloos te mogen procederen.
Het Hof heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat het Gerecht in eerste aanleg de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen heeft vastgesteld. De vrouw was veroordeeld om aan de man een bedrag van NAf 37.755,99 te betalen. Het Hof heeft vastgesteld dat partijen in hoger beroep het eens zijn over de wijze van verdelen, waarderen en verrekenen van de huwelijksgoederengemeenschap. Het Hof heeft de waarde van het door FFP gefinancierde huurkoophuis van partijen vastgesteld op NAf 37.843,31, wat leidt tot een overbedeling van NAf 29.180,99.
Het Hof heeft het bestreden vonnis gedeeltelijk vernietigd en het bedrag dat de vrouw aan de man moet betalen verlaagd tot NAf 29.180,99. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij de man kosteloos mag procederen. Het vonnis is uitgesproken op 9 februari 2021 door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.