Uitspraak
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het Gerecht
ntvankelijkheid beroep
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van het beroep van [Belanghebbende] tegen een aanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) die was opgelegd aan [C] BV. Het Hof oordeelt dat het Gerecht in eerste aanleg ten onrechte het beroep van [Belanghebbende] niet-ontvankelijk heeft verklaard. De uitspraak op bezwaar was gericht aan [Belanghebbende], die als directeur en grootaandeelhouder van [C] BV optrad. Het Hof stelt vast dat [Belanghebbende] gerechtigd was om beroep in te stellen, omdat de uitspraak op bezwaar hem als belanghebbende aangaat. Het Hof vernietigt de eerdere uitspraak en verwijst de zaak terug naar het Gerecht voor een inhoudelijke behandeling. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht dat door [Belanghebbende] is betaald voor het hoger beroep. De zaak betreft een geschil over de vraag of [Belanghebbende] als belanghebbende kon optreden in het beroep tegen de aanslag MRB, waarbij het Hof concludeert dat hij dat wel degelijk kon.