Uitspraak
1.Het verloop van de procedure tot en met cassatie
“(…) het verzoek te honoreren (…) tot aanpassing van het alimentatiebedrag, oftewel nihilstelling, evenals de alimentatieplicht tot 5 jaar (na scheiding) te honoreren c.q. te handhaven”.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak, die betrekking heeft op partneralimentatie, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, na verwijzing door de Hoge Raad, het verzoek van de vrouw om partneralimentatie opnieuw beoordeeld. De Hoge Raad had eerder in een beschikking van 27 maart 2020 (ECLI:NL:HR:2020:535) de eerdere uitspraak van het Hof vernietigd, omdat het Hof niet voldoende had onderbouwd waarom de man geen draagkracht had en de termijn voor alimentatie had beperkt tot vijf jaar, wat niet door partijen was verzocht.
Bij de herbeoordeling heeft het Hof vastgesteld dat de man, gezien zijn huidige financiële situatie en medische omstandigheden, geen draagkracht heeft om alimentatie te betalen. De man ontvangt een pensioen en AOV-uitkering, maar zijn totale inkomen is onvoldoende om zijn maandelijkse lasten te dekken. De vrouw heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij nog behoeftig is, ondanks haar stelling dat zij als statutair directeur van Olmaq Trading N.V. meer zou verdienen dan de man. Het Hof heeft geoordeeld dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond dat zij niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien.
Uiteindelijk heeft het Hof de bestreden beschikking van het Gerecht van 7 september 2018 vernietigd en het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen met ingang van 1 augustus 2023. De bijdrage aan het levensonderhoud van de vrouw tot die datum is vastgesteld op hetgeen de man heeft betaald of op hem is verhaald. Het Hof heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, gezien de aard van de zaak.