Uitspraak
Uitspraak
1.Procesverloop
.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen belanghebbende en de Inspecteur der belastingen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag grondbelasting voor het jaar 2019, opgelegd op 31 mei 2019, en stelde dat zij niet was gehoord in de bezwaarprocedure, wat volgens haar een schending van de hoorplicht betekende. Het Hof oordeelde dat belanghebbende inderdaad ten onrechte niet was gehoord en dat dit gebrek haar had benadeeld. Het Hof droeg de Inspecteur op om belanghebbende alsnog te horen en uitspraak op bezwaar te doen. De stelling van belanghebbende dat de aanslagen vernietigd moesten worden vanwege de schending van de hoorplicht werd verworpen, maar het Hof kwam niet meer toe aan de overige geschilpunten. Het hoger beroep werd gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerecht werd vernietigd, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende.