3.5 [[de erven] hebben in hoger beroep hun reconventionele vorderingen gewijzigd. Zij strekken nu, verkort weergegeven, tot het volgende. Het Hof past de volgorde van de vorderingen aan om die beter te kunnen vergelijken met die van de eerste aanleg (het Hof handhaaft de aanduiding met de letters c tot en met i en voegt j toe).
c. verklaring voor recht dat het beheer van [de echtgenote] over de nalatenschap is geëindigd, althans haar ontslag als executeur;
d. verklaring voor recht dat de nalatenschap inzake het WP-legaat niet kan worden aangesproken voor hogere bedragen dan in de vordering omschreven;
e. verbod aan [de echtgenote] om enige handeling te verrichten ten aanzien van de nalatenschap of de vennootschappen, waarvan de aandelen tot de nalatenschappen behoren, op straffe van verbeurte van dwangsommen;
f. verklaring voor recht dat [de erven], althans de nalatenschap, opeisbaar, althans als natuurlijke verbintenis, NAf 1.000.000 hebben te vorderen wegens kosten van de bouw van woningen op percelen [#1] en 53 te Jan Sofat, met rente, met veroordeling van [de echtgenote] tot betaling daarvan;
g. verklaring voor recht dat [de erven], althans de nalatenschap, opeisbaar, althans als natuurlijke verbintenis, NAf 146.601 hebben te vorderen wegens betaling van premies voor een levensverzekering, met rente, met veroordeling van [de echtgenote] tot betaling daarvan;
h. verklaring voor recht dat [de erven], althans de nalatenschap, opeisbaar, althans als natuurlijke verbintenis, NAf 100.000 hebben te vorderen als koopsom voor kavel [#2] te Jan Sofat, met veroordeling van [de echtgenote] tot betaling daarvan;
i. bevel om rekening en verantwoording af te leggen en de administratie af te geven, op straffe van verbeurte van dwangsommen;
j. (subsidiair, onder voorwaarden als in de vordering omschreven) machtiging van [de erven], althans [erfgenaam 1], om verrichtingen te doen als in de vordering omschreven.