Uitspraak
[appellant 1],
[appellant 2],
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 20 oktober 2017 in Aruba, waarbij [appellant 1] en [appellant 2] als voetgangers werden aangereden door een auto bestuurd door [geïntimeerde]. De voetgangers vorderden schadevergoeding van de bestuurder, nadat de verzekeraar al een bedrag van Afl. 150.000 had uitgekeerd. Het Gerecht in eerste aanleg wees de vordering af, omdat de gedragingen van de voetgangers in belangrijke mate aan het ongeval hadden bijgedragen. In hoger beroep bevestigde het Hof deze beslissing. Het Hof oordeelde dat de bestuurder niet meer dan 50% van de schade hoefde te vergoeden, omdat de voetgangers onvoldoende voorzichtig waren geweest bij het oversteken van de weg. Het Hof nam daarbij in overweging dat de voetgangers niet gebruik hadden gemaakt van een nabijgelegen zebrapad en dat zij de verkeerssituatie niet goed inschatten. De vordering van de voetgangers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.