Uitspraak
1.[APPELLANT 1],
[APPELLANTE 2],
1.[GEÏNTIMEERDE 1],
[ADVOCATENKANTOOR 1],
[GEÏNTIMEERDE 3],
[ADVOCATENKANTOOR 2],
[GEÏNTIMEERDE 6],
De zaak in het kort
Het verloop van de procedure
De beoordeling
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak hebben appellanten, bestaande uit twee natuurlijke personen en een naamloze vennootschap, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De appellanten stellen dat de faillissementscuratoren onrechtmatig hebben gehandeld en dat het Land Sint Maarten aansprakelijk is voor de schade die zij hebben geleden. Het Gerecht heeft de vorderingen van de appellanten afgewezen, wat hen ertoe heeft aangezet om in hoger beroep te gaan. In het hoger beroep hebben de appellanten hun vorderingen vermeerderd en zijn er verschillende processtukken ingediend, waaronder een memorie van grieven en een akte tot vermeerdering van eis. Het Hof heeft de procesrechtelijke beslissingen van het Gerecht beoordeeld en geconcludeerd dat de appellanten niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep voor zover het betrekking heeft op de vorderingen tegen andere gedaagden dan het Land. Het Hof heeft vastgesteld dat de appellanten onvoldoende hebben onderbouwd dat het Land aansprakelijk kan worden gehouden voor het handelen van de curatoren. De stellingen van de appellanten over de benoeming van curatoren en het toezicht daarop zijn niet voldoende onderbouwd. Het Hof heeft het bestreden vonnis van het Gerecht bevestigd en de appellanten veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.