Uitspraak
Inleiding
Van de controle is een conceptlooncontrolerapport vastgesteld, waarop KGP op 11 april 2019 schriftelijk heeft gereageerd. Daarna is op 27 februari 2020 een definitief looncontrolerapport vastgesteld. Op basis van het definitieve looncontrolerapport heeft USZV naheffingsaanslagen voor de Lzv en de Lov opgelegd voor de jaren 2014 tot en met 2018. De naheffingsaanslag voor het jaar 2014 is verlaagd naar NA
f19.073,93. Voor het jaar 2015 is een naheffingsaanslag van NA
f17.201,10 opgelegd, voor het jaar 2016 NA
f10.495,69 is opgelegd, voor het jaar 2017 NA
f17.049,12 en voor het jaar 2018 NA
f15.530,83.
In de op 8 april 2020 gemaakte bezwaren heeft USZV geen aanleiding gezien de naheffingsaanslagen te verminderen. De directeurgrootaandeelhouder (hierna: DIGRA) [directeur 2] moet volgens USZV als een werknemer worden gezien omdat zij in dienstbetrekking is en arbeid verricht. Over het door haar genoten salaris inclusief een bijtelling voor de aan haar en haar echtgenoot beschikbaar gestelde woning moet daarom premie worden betaald, aldus de bestreden beschikkingen.
Aangevallen uitspraak
Hoger beroep
a. het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is;
b. het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is;
c. de bezwaarde en de andere partijen schriftelijk hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord; of
d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en de andere partijen daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
"In deze landsverordening wordt verstaan onder:
[…]
werknemer: een ieder die voor een werkgever in dienstverband of persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht, behalve:
[…]"
Vaststaat dat dit ook geldt voor de positie van [directeur 2] nu zij DIGRA was en is van KGP. Vanaf 1 september 2022 wordt zij dus niet langer aangemerkt als werknemer in de zin van de Lzv en de Lov. In hoger beroep houdt partijen verdeeld de vraag of KGP zich al eerder dan per 1 september 2022 erop kan beroepen dat [directeur 2] geen werknemer is in de zin van de Lzv en de Lov omdat zij DIGRA is van KGP. Beantwoording van die vraag vergt (eerst) beantwoording in algemene zin van de vraag of een DIGRA zich er al eerder dan per die datum op kan beroepen dat hij geen werknemer is.
Uit het oogpunt van rechtszekerheid voor zowel de werkgever als de 'werknemer' als USZV moet daarbij naar het oordeel van het Hof een onderscheid worden gemaakt tussen twee groepen van gevallen. Een werkgever kan zich er ook vóór 1 september 2022 op beroepen dat een DIGRA geen werknemer is in de zin van de Lzv en de Lov, als de premieplicht voor de betrokken 'werknemer' nog niet onherroepelijk is vastgesteld én bovendien in geen enkel van de betrokken premiejaren gebruik is gemaakt van het voorzieningenstelsel van de Lzv, van de Lov of van beide landsverordeningen, ten behoeve van de betrokken 'werknemer'. Is aan één of beide voorwaarden niet voldaan, dan kan de werkgever zich er niet op beroepen dat een DIGRA geen werknemer is in de zin van de Lzv en de Lov. Voor de goede orde merkt het Hof hierbij op dat het enkele feit dat de betrokken 'werknemer' in de premiejaren in het bezit was van een SZVverzekeringskaart, niet betekent dat gebruik is gemaakt van het voorzieningenstelsel van de Lzv. Dat daadwerkelijk van de SZVverzekeringskaart gebruik is gemaakt, moet door USZV aannemelijk worden gemaakt.
Slotsom
f2.100,- (1 punt voor het indienen van een verweerschrift en 1 punt het verschijnen ter zitting; wegingsfactor 1,5 vanwege meer dan 4 samenhangende zaken).
bevestigtde aangevallen uitspraak met dien verstande dat het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen opnieuw op de door Kreation Gem Palace B.V. gemaakte bezwaren moet beslissen met inachtneming van deze uitspraak;
veroordeelthet Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekeringen tot vergoeding van bij Kreation Gem Palace B.V. in verband met het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van NA
f2.100,-, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand.