Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het verdere verloop van de procedure
3.De verdere beoordeling
Dispute Adjucation Board(hierna: de DAB) de claims voor te hoge bedragen heeft toegewezen; de vordering van BNI is gebaseerd op het standpunt dat de DAB de claims voor te lage bedragen heeft toegewezen. Het Hof zal daarom beoordelen in hoeverre de claims bij de DAB toewijsbaar zijn. Daarna zal het Hof bezien wat dat betekent voor de vorderingen bij het Hof.
kostenvergoeding en/of termijnsverlenging(zie onder veel meer § 6 lid 5, § 8 lid 3 en § 11 lid 2). Zo ook in § 44 lid 1, aanhef en onder a, UAV-GC 2005.
oorzaakde vraag naar het causaal verband tussen de
omstandigheidenerzijds en de
kosten en/of vertraginganderzijds. Ter beantwoording van die vraag dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de feitelijke situatie na die omstandigheid en de hypothetische situatie zonder die omstandigheid. Indien de feitelijke situatie na de omstandigheid ook zou zijn ontstaan zonder de omstandigheid, ontbreekt het
condicio-sine-qua-non-verband (hierna: het csqn-verband) en daarmee het causaal verband. De stelplicht en bewijslast ter zake van het bestaan van csqn-verband rusten in beginsel op de opdrachtnemer. Aan de opdrachtnemer mogen in het kader van het aannemelijk maken van de hypothetische situatie echter geen strenge eisen worden gesteld. Bij het vaststellen van de hypothetische situatie moeten inschattingen naar redelijkheid worden gemaakt. Bij deze inschattingen dienen de goede en kwade kansen te worden afgewogen. Bij die afweging heeft de rechter een aanzienlijke mate van vrijheid.
alle directe en indirecte kosten, alsmede een redelijke opslag voor algemene kosten, winst en risicovermelden. Dit moet worden aangemerkt als de overeengekomen wijze waarop de in de overeenkomst genoemde
kostenvergoedingdient te worden begroot. Deze
kostenvergoedingis een vorm van schadevergoeding. Een recht op vergoeding van kosten, veroorzaakt door een omstandigheid die niet aan de rechthebbende kan worden toegerekend, is immers een recht op een vorm van schadevergoeding. De begrotingswijze is rechtsgeldig overeengekomen, want Boek 6 Afdeling 10 BW (Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding) is grotendeels van regelend recht. De wijze waarop de schade dient te worden begroot, is dus contractueel genormeerd en gestandaardiseerd. Dat kan ertoe leiden dat bepaalde elementen in de berekening hoger of lager uitvallen dan het geval zou zijn geweest indien de schade zou worden begroot op de voet van de eerste volzin van art. 6:97 BW (begroting van de schade op de wijze die het meest in overeenstemming is met de aard ervan). Dat is op zichzelf geen reden om af te wijken van hetgeen overeengekomen is.
alle directe en indirecte kosten, alsmede een redelijke opslag voor algemene kosten, winst en risiconiet nauwkeurig kan worden bepaald, dient die dus te wordt geschat.
alle directe en indirecte kosten, alsmede een redelijke opslag voor algemene kosten, winst en risicozijn niet gedefinieerd in de UAV-GC 2005 of in de overeenkomst van 4 januari 2013. Het Hof zal bij de uitleg van deze termen uitgaan van de meest voor de hand liggende betekenis, gelet op het algemene spraakgebruik en op hetgeen algemeen bekend is over kostencalculatie in de bouw. Mogelijk hebben deze termen een daarvan afwijkende specifieke betekenis voor specialisten op het gebied van kostencalculatie in de bouw en in de rechtspraak van de Raad van arbitrage in bouwgeschillen, maar het partijdebat geeft het Hof onvoldoende aanknopingspunten om dat (zonder deskundigenbericht) te kunnen vaststellen.
parallelle vertraging, onderdekkingen
leegloop. Voor zover het Hof heeft kunnen nagaan, komen de termen parallelle vertraging, onderdekking en leegloop overigens niet voor in de UAV-GC 2005 of in de overeenkomst van 4 januari 2013.
variationsop de overeenkomst. BNI meent daarom dat ook bij de berekening van de directe kosten een wisselkoers EUR/USD van 1,25 gehanteerd moet worden. Het Hof volgt dit standpunt niet. Indien een wisselkoers is overeengekomen, brengt dit slechts mee dat de kosten volgens die wisselkoers (en volgens de aanname over het aandeel in euro) berekend dienen te worden voor zover het werk wordt uitgevoerd zonder kostenvergoeding en/of termijnsverlenging. Als de opdrachtnemer vanwege een bepaalde omstandigheid recht heeft op kostenvergoeding en/of termijnsverlenging en deze opdrachtnemer door die omstandigheid koerswijzigingsschade lijdt die naar regelend recht voor vergoeding in aanmerking komt (zie art. 6:125 BW en HR 20 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1258), mag die koerswijzigingsschade in beginsel in rekening worden gebracht. Indien de overeenkomst anders bedoeld is, had dat uitdrukkelijk overeengekomen moeten worden.
getemporiseerd. Zie ook onder 71 van DAB-2.
directe kostenen
indirecte kostenhebben in het algemeen spraakgebruik en in het recht geen scherp omlijnde betekenis. De meest voor de hand liggende betekenis van
indirecte kostenin het recht is: kosten die in een wat verder verwijderd csqn-verband staan met de omstandigheid waarop het recht op kostenvergoeding is gebaseerd, kosten dus waarbij de causale keten uit verschillende schakels bestaat. In de bedrijfseconomie en bij (bouw)kostencalculatie kan bij
indirecte kostenworden gedacht aan vaste kosten (in tegenstelling tot variabele kosten) voor zover het redelijk is die toe te rekenen aan het werk. Voor zover de opslag voor algemene kosten (AK) een vergoeding voor vaste kosten pleegt in te sluiten, is het echter niet redelijk om daarnaast een aanspraak op vergoeding voor vaste kosten op te voeren als indirecte kosten.
to the start date of phase B. Dit verweer faalt. Die bepaling brengt slechts mee dat BNI geen kostprijsverhogingen mag doorbelasten voor zover het werk wordt uitgevoerd zonder
kostenvergoeding en/of termijnsverlenging.Indien kostprijsverhogingen ook niet in rekening zouden mogen gebracht indien recht bestaat op kostenvergoeding en termijnsverlenging, had dat uitdrukkelijk overeengekomen moeten worden. Noch de aanduiding
fixed priceop p. 23 van de
tender guide, noch de uitsluiting van § 11 lid 3 UAV-GC 2005 leidt tot een ander oordeel.
legal actionmochten voeren tegen de beslissing van de DAB hierover, hetgeen HNO en Sona hebben gedaan door deze kostenpost in deze procedure aan de orde te stellen.
redelijke opslag voor algemene kosten, winst en risicoechter al een afdoende vergoeding in (in elk geval als de opslag redelijk is). Het Hof zal daarom in dit verband niets toewijzen onder het kopje indirecte kosten. Zie verder onder het kopje opslag.
opslagis: vermeerdering met een percentage. Een taalkundige uitleg van § 44 lid 4 UAV-GC 2005 leidt ertoe dat het bedrag dat met een percentage dient te worden vermeerderd, het totaal is van de directe kosten en de indirecte kosten als bedoeld in die bepaling. Dat ligt in dit zinsverband besloten in de term
opslag. Partijen moesten en mochten redelijkerwijs verwachten dat de opslag zo zou worden berekend. Indien een andere grootheid met een percentage zou dienen te worden vermeerderd, had dat tot uitdrukking dienen te komen in de bewoordingen van § 44 lid 4 UAV-GC 2005, bijvoorbeeld door te spreken van een redelijk bedrag in plaats van een redelijke opslag, of door te expliciteren waarover de opslag berekend moet worden.
redelijkis, moeten in het algemeen alle omstandigheden van het geval in de beoordeling worden betrokken, in samenhang bezien.
redelijke opslagis in de zin van § 44 lid 4 UAV-GC 2005, is het volgende van belang.
alle directe en indirecte kostengebruikelijk was bij dit soort bouwprojecten.
ex aequo et bono.
niet overeenkomen met de bedrijfseconomische werkelijkheid van BNI.
alle directe en indirecte kostengebruikelijk was bij dit soort bouwprojecten. Het Hof is ook niet bekend met feiten van algemene bekendheid of algemene ervaringsregels waarop het zijn beslissing kan baseren. Het Hof kan de hiervoor onder 3.41 genoemde methoden (a), (b) en (c) dus niet toepassen.
alle directe en indirecte kosten, alsmede een redelijke opslag voor algemene kosten, winst en risico,leidt niet tot een ander oordeel. Hieruit kan niet worden afgeleid dat partijen contractueel zijn afgeweken van art. 6:96 lid 2 sub b en c BW. Ook voor het overige kan een dergelijke afspraak nergens uit worden afgeleid.