In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontzetting van een oud-notaris uit zijn ambt. De oud-notaris was eerder door de Kamer van Toezicht Notariaat op 12 mei 2023 in eerste aanleg geconfronteerd met een klacht die gegrond werd verklaard. De klacht betrof het opzettelijk verduisteren van geld dat de oud-notaris in zijn bediening had, en het plegen van gewoontewitwassen. De oud-notaris had geen verweerschrift ingediend en tijdens de mondelinge behandeling op 18 februari 2025 was hij niet verschenen. Het Hof heeft vastgesteld dat de oud-notaris zich gedurende een periode van meer dan tien jaar schuldig heeft gemaakt aan het verduisteren van een aanzienlijk bedrag van NAf 1.452.000,00, wat een ernstige bedreiging vormt voor de integriteit van de financiële en economische verkeer. Het Hof heeft de oud-notaris in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, voorwaardelijk, en een taakstraf. Tevens is hij voor vijf jaar ontzet uit het recht om het ambt van notaris te bekleden. Het Hof heeft geoordeeld dat de oud-notaris zijn ambtsplichten ernstig heeft verwaarloosd en dat er geen reden is om een andere maatregel dan ontzetting op te leggen. De beslissing is genomen in het belang van het vertrouwen in de rechtsbedeling en de integriteit van het notariaat.