ECLI:NL:OGHNAA:2005:BF7464

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
30 mei 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
59 HLAR 28/04
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen goedkeuring verkavelingsplan door het Bestuurscollege van Sint Maarten

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 30 mei 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten. Het geschil betreft de niet-ontvankelijkheid van het beroep van Middenstolp Beheer B.V. tegen de goedkeuring van het verkavelingsplan 'Plantation Residences at Oyster Pond' door het Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten. Het Gerecht had eerder op 20 februari 2004 het beroep van Middenstolp B.V. niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vereiste administratieve procedures niet waren doorlopen.

De appellant, Middenstolp Beheer B.V., stelde dat de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van toepassing was en dat deze verordening als hogere wet de eilandelijke regelgeving over administratief beroep zou moeten vervangen. Het Hof oordeelde echter dat de Lar niet de bevoegdheid van de Eilandsraad om administratief beroep in te stellen opheft. De bepalingen van de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Sint Maarten (EROM) blijven van kracht, en de appellant had eerst een bezwaarschrift moeten indienen bij het bestuursorgaan voordat beroep bij het Gerecht kon worden ingesteld.

Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste administratieve procedures en de rol van de Eilandsraad in het proces van administratief beroep.

Uitspraak

59 HLAR 28/04
Datum uitspraak: 30 mei 2005
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
het Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 20 februari 2004 in het geding tussen:
Middenstolp Beheer B.V., gevestigd te Nederland,
en
appellant.
1. Procesverloop
Bij Eilandsbesluit van 25 april 2003, AB 2003, nr. 18, heeft het Bestuurscollege van het Eilandgebied Sint Maarten (hierna: het Bestuurscollege) het verkavelingsplan 'Plantation Residences at Oyster Pond' goedgekeurd.
Bij uitspraak van 20 februari 2004 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten (hierna: het Gerecht), het daartegen door Middenstolp B.V. ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, ingekomen op 2 april 2004, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Bij brief van 24 september 2004 heeft Middenstolp B.V. zich gerefereerd aan het oordeel van het Hof.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 april 2004, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. K. de Vries en mr. R.F. Gibson jr., advocaten, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellant klaagt dat het Gerecht het beroep van Middenstolp B.V. ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat, hoewel de verwijdering van bestaande procedures van bezwaar en administratief beroep uit de verschillende eilandsverordeningen nog niet is gerealiseerd, de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar), waarin voorzien is in facultatieve bestuurlijke heroverweging, van toepassing is omdat deze verordening als van hoger orde op de eilandelijke regelingen voorgaat.
2.1.1. Ingevolge artikel 27, vijfde lid van de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Sint Maarten (hierna: de EROM) kan tegen een besluit van het Bestuurscollege tot goedkeuring van een verkavelingsplan door de aanvrager, alsmede belanghebbenden die conform artikel 23, zesde lid, bezwaren hebben ingediend, binnen de termijn van dertig dagen bij de Eilandsraad beroep worden ingesteld.
Ingevolge artikel 55 van de Lar zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, bevoegd een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft genomen, en het beroep bij het Gerecht pas in te stellen, nadat het bestuursorgaan op het bezwaarschrift heeft beslist.
2.1.2. De klacht faalt. Daargelaten of het besluit van 25 april 2003 is aan te merken als een beschikking, geven de bewoordingen van de Lar, noch de toelichting daarop en die op de Invoeringslandsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Invoeringslandsverordening), voldoende grondslag voor het oordeel dat met de invoering van de Lar het in eilandelijke regelgeving neergelegde stelsel van administratieve beroepsprocedures niet meer geldt. Ingevolge artikel 27, vijfde lid, van de EROM staat administratief beroep open op de Eilandsraad. De desbetreffende bevoegdheid is de Eilandsraad niet met de invoering van de Lar ontnomen. Met de Invoeringslandsverordening zijn slechts de procedures van administratief bezwaar en beroep, in het leven geroepen in landelijke regelingen, komen te vervallen. Uit de toelichting op de Invoeringslandsverordening valt af te leiden dat de bevoegdheid tot het intrekken van de in de eilandelijke regelgeving neergelegde mogelijkheden van administratief bezwaar en beroep bij de eilandelijke regelgever berust.
De conclusie is dat het Gerecht het beroep van Middenstolp B.V. terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van het Gerecht wordt bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W.P.M. ter Berg, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.B. de Haseth, griffier.
Voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2005.
Verzonden: