Conclusie
In aandelen verdeeld kapitaal
Doelvermogen
Conclusie
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de kwalificatie van een beleggingsfonds voor de kapitaalsbelasting. De belanghebbende, een beleggingsfonds, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Hof, waarin werd geoordeeld dat het fonds een in aandelen verdeeld kapitaal heeft en derhalve kapitaalsbelasting verschuldigd is. De Procureur-Generaal concludeert dat de cassatiemiddelen ongegrond zijn en dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat het fonds moet worden aangemerkt als een doelvermogen. De zaak is van belang voor de interpretatie van de termen 'doelvermogen' en 'in aandelen verdeeld kapitaal' in het kader van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR). De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt ook aangehaald, waarin wordt gesteld dat een samenwerking van personen zonder rechtspersoonlijkheid, die kapitaal inbrengt in een afgescheiden vermogen met het oog op winst, gelijkgesteld moet worden aan een kapitaalvennootschap. De Procureur-Generaal concludeert dat het fonds voldoet aan deze criteria en dat de heffing van kapitaalsbelasting niet in strijd is met de richtlijn. De conclusie is dat de cassatiemiddelen niet slagen en het beroep moet worden verworpen.