ECLI:NL:PHR:2002:AD8963
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding en psychiatrisch onderzoek in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was op 13 december 2000 veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf wegens poging tot doodslag, voorafgegaan door diefstal, en was ter beschikking gesteld met een bevel tot verpleging. De vordering van twee benadeelde partijen werd toegewezen, waarbij de verdachte ook werd veroordeeld tot het betalen van proceskosten. De zaak kwam voor de Hoge Raad omdat de raadsman van de verdachte een middel van cassatie had ingediend, waarin werd geklaagd over de afwijzing van een verzoek om een tweede psychiatrisch onderzoek. De raadsman stelde dat het Hof onvoldoende rekening had gehouden met het effect van middelen die de verdachte gebruikte ten tijde van de feiten, met name het afbouwen van het gebruik van Rohypnol.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van het verzoek om onderzoek. De inhoud van de rapporten van het Pieter Baan Centrum en de verklaringen van getuige-deskundigen werden als voldoende onderbouwd beschouwd. Het middel van de verdediging faalde, en de Hoge Raad bevestigde dat de benadeelde partijen vrij zijn om hun schade te vorderen, waarbij zij de keuze hebben tussen een strafrechtelijke of civielrechtelijke procedure. De Hoge Raad merkte op dat immateriële schadevergoeding kan worden toegewezen als voorschot, vooruitlopend op een civiele procedure, en dat de rechter de vordering van de benadeelde partij kan splitsen in delen van eenvoudige en niet-eenvoudige aard.
Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat de bestreden uitspraak ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregelen moest worden vernietigd, omdat het Hof ten onrechte de proceskosten had betrokken bij de schadevergoedingsmaatregel. De vorderingen van de benadeelde partijen werden verminderd met het bedrag aan proceskosten, maar het beroep werd voor het overige verworpen.