ECLI:NL:PHR:2002:AE1752

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
28 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02501/01 A
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Fokkens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behandeling van cassatieberoep van een gedetineerde verdachte en de geldigheid van de aanzegging

In deze zaak is de verdachte veroordeeld door het Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld, maar er zijn geen middelen van cassatie voorgesteld voor de dienende dag. Dit zou normaal gesproken leiden tot niet-ontvankelijkheid in het cassatieberoep. Echter, de vraag rijst of de aanzegging van de behandeling van het cassatieberoep op de juiste wijze is geschied. De verdachte was gedetineerd en is ontvlucht, waardoor de aanzegging niet persoonlijk kon worden uitgereikt.

Volgens artikel 11 lid 4 van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba dienen aanzeggingen en kennisgevingen op de gebruikelijke wijze te geschieden. De regels voor de uitreiking zijn vastgelegd in de artikelen 642 tot en met 647 van het Antilliaanse en Arubaanse wetboek. Indien de voorschriften voor de uitreiking niet in acht worden genomen, zoals vermeld in artikel 647 lid 1, is de betekening nietig.

In deze zaak kon de aanzegging niet worden uitgereikt aan de verdachte of aan iemand in zijn woon- of verblijfplaats, omdat er niemand aanwezig was. Bovendien blijkt uit de stukken niet dat een afschrift van de aanzegging aan de officier van justitie is overhandigd, zoals vereist door artikel 643 lid 5. Dit leidt tot de conclusie dat de betekening nietig is, wat betekent dat de zaak van de verdachte van de rol zal worden gevoerd.

Conclusie

Nr. 02501/01/A
Mr. Fokkens
Zitting 2 april 2002
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Verdachte is veroordeeld door het Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte heeft tijdig beroep in cassatie ingesteld c.q. laten instellen, maar voor de dienende dag in cassatie zijn namens hem geen middelen van cassatie voorgesteld. Dit zou betekenen dat hij niet-ontvankelijk is in het door hem ingestelde beroep in cassatie, ware het niet dat de vraag rijst of de aanzegging van de behandeling van het cassatieberoep op de juiste wijze is geschied.
2. Kenmerkend voor deze zaak is dat de verdachte gedetineerd was en is ontvlucht, waardoor uitreiking van de aanzegging van de dag van behandeling van het cassatieberoep niet in persoon kon worden gedaan.
3. Artikel 11 lid 4 van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba bepaalt dat aanzeggingen en kennisgevingen geschieden op de in de Nederlandse Antillen en Aruba gebruikelijke wijze. De wijze waarop aanzeggingen moeten geschieden is zowel in het Antilliaanse als in het Arubaanse wetboek geregeld in de artikelen 642 tot en met 647. De regelingen zijn identiek. De gevolgen van het niet in acht nemen van de voorschriften voor de uitreiking staan in art. 647 lid 1 luidende:
De betekening is nietig, indien de uitreiking niet heeft plaatsgehad overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 643, 644 en 646 SvNA.
4. In deze zaak kon de aanzegging niet worden uitgereikt aan iemand de verdachte in persoon noch aan iemand die zich bevond in de woon- of verblijfplaats van verdachte omdat daar, blijkens een op de akte gemaakte aantekening van de betreffende deurwaarder voor strafzaken op Curaçao, niemand werd aangetroffen. Uit de stukken blijkt niet dat vervolgens een afschrift van de aanzegging aan de officier van justitie ter hand is gesteld, zoals art. 643 lid 5 SvNA voorschrijft. Gelet op het bepaalde in art. 647 lid 1 SvNA betekent dit dat de betekening nietig is.
5. Ik concludeer dat de zaak [verdachte] van de rol zal worden gevoerd.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,