ECLI:NL:PHR:2002:AE3523
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens niet-naleving van Warenwetvoorschriften met betrekking tot bewaartemperatuur van levensmiddelen
In deze zaak is de verdachte, die op 25 juni 1999 in Assen voorverpakte eetwaren in een verkoopwagen aanbood, door het Hof ontslagen van alle rechtsvervolging. De tenlastelegging betrof de overtreding van artikel 5 van de Warenwet, specifiek het niet naleven van de temperatuurvoorschriften zoals gesteld in artikel 15 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. De verdachte had vier plastic zakken met patates frites in voorraad gehouden bij temperaturen van respectievelijk 11, 12, 8 en 9 graden Celsius, terwijl deze gekoeld dienden te worden bewaard om microbiologisch bederf te voorkomen.
Het Hof oordeelde dat de delictsomschrijving niet correct was, omdat de passage die de verdachte als 'fait d'excuse' zou kunnen ontlasten, niet in de tenlastelegging was opgenomen. De Advocaat-Generaal stelde beroep in cassatie in, waarbij werd betoogd dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de passage een bestanddeel van het strafbare feit was. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof de bedoelde passage ten onrechte als 'fait d'excuse' had beschouwd en dat het ontbreken van een bijzondere verordening voor de betreffende eetwaren niet als een bestanddeel van het strafbare feit in de tenlastelegging had hoeven worden vermeld.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, maar alleen voor wat betreft de beslissing dat het bewezen verklaarde feit niet strafbaar was. De zaak werd terugverwezen naar het Hof te Leeuwarden voor verdere behandeling, waarbij de Hoge Raad de richtlijnen voor de beoordeling van de zaak heeft meegegeven. Dit arrest benadrukt de noodzaak van zorgvuldige formulering in de tenlastelegging en de interpretatie van 'fait d'excuse' in het kader van de Warenwet.