ECLI:NL:PHR:2005:AR7344
Parket bij de Hoge Raad
- D.W.F. Verkade
- Rechtspraak.nl
Toerekening van kennis in contractuele relaties tussen coöperaties en derden
In deze zaak gaat het om de vraag of de bestuurders van de coöperatie 'Idee 2 Bedrijfsvoorzieningen Coöperatie U.A.' (hierna: de Coöperatie) persoonlijk aansprakelijk zijn voor een overeenkomst die is gesloten met P&F Project Furniture B.V. (hierna: P&F). De Coöperatie, waarvan de bestuurders [verweerder 1] en [verweerder 2] zijn, heeft in 1999 meubilair besteld bij P&F, maar heeft niet duidelijk gemaakt dat zij handelden namens de Coöperatie. P&F heeft de bestuurders in privé aangesproken voor de betaling van de factuur, terwijl de Coöperatie inmiddels failliet was verklaard.
De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de bestuurders niet hebben aangetoond dat P&F op de hoogte was van het feit dat zij handelden namens de Coöperatie. Dit oordeel is door het gerechtshof bekrachtigd, maar het hof heeft ook overwogen dat de bestuurders in een oriënterend gesprek met een vertegenwoordiger van P&F, [betrokkene 1], hebben medegedeeld dat zij hun bedrijf in de rechtsvorm van een coöperatie uitoefenden. Het hof concludeerde dat P&F op de hoogte moest worden geacht van deze rechtsvorm, en dat het feit dat [betrokkene 1] deze informatie niet aan de directie van P&F heeft doorgegeven, niet relevant was.
P&F heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij zij betoogt dat het hof heeft miskend dat de kennis van [betrokkene 1] niet automatisch aan P&F kan worden toegerekend. De advocaat-generaal concludeert dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de wetenschap van [betrokkene 1] als wetenschap van P&F moet worden aangemerkt. De zaak wordt nu terugverwezen naar een ander hof voor verdere behandeling, waarbij de vraag of de bestuurders persoonlijk aansprakelijk zijn voor de vordering van P&F opnieuw zal worden beoordeeld.