ECLI:NL:HR:2003:AK4847
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid van vennoot in een v.o.f. en de binding aan een afwikkelingsregeling
In deze zaak hebben eiseressen tot cassatie, [eiseres 1] en [eiseres 2], een vordering ingesteld tegen verweerder, die niet is verschenen. De eiseressen vorderden betaling van schadevergoeding op basis van een onrechtmatige daad en een afwikkelingsregeling van een verliesgevende vennootschap onder firma (v.o.f.) genaamd Holland Ceramica Import (HCI). De rechtbank te Rotterdam heeft de vordering in eerdere vonnissen afgewezen, waarna eiseressen in hoger beroep zijn gegaan bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft de vorderingen van eiseressen niet-ontvankelijk verklaard en de eerdere vonnissen bekrachtigd. Eiseressen hebben vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de arresten van het gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende gemotiveerd had geoordeeld over de binding van verweerder aan de afwikkelingsregeling, en dat de omstandigheden van de ondertekening van de verklaring van 4 september 1990 niet voldoende waren meegewogen. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat de eerdere vonnissen van de rechtbank en het hof niet in stand konden blijven, omdat de eiseressen niet-ontvankelijk waren verklaard zonder dat de eerste grondslag van hun vordering was beoordeeld. De Hoge Raad heeft verweerder in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.