1 Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Koninkrijk Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing, gesloten te Kopenhagen op 20 februari 1957, Trb. 1957, 52, gewijzigd bij verdrag van 20 januari 1966, Trb. 1966, 103. Dit Verdrag is per 1 juli 1996 vervangen door een nieuw belastingverdrag; zie Trb. 1996, 210 en 276 (in werking per 6 maart 1998, Trb. 1998, 57).
2 Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing, gesloten te Brussel op 19 oktober 1970 (Trb. 1970, 192); per 5 juni 2001 vervangen door een nieuw belastingverdrag; zie Trb. 2001, 136 (in werking per 31 december 2002, Trb. 2003, 2).
3 Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen van het inkomen en van het vermogen alsmede van verscheidene andere belastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied, gesloten te 's-Gravenhage op 16 juni 1959 (Trb. 1959, 85), gewijzigd bij Protocollen van 13 maart 1980 (Trb. 1980, 61) en 21 mei 1991 (Trb. 1991, 65).
4 Trb. 1980, 205, gewijzigd Trb. 1983, 128, en 1989, 128.
5 Trb. 1971, 144.
6 Trb. 1970, 192. De betreffende bepaling luidde - voor zover relevant - als volgt:
"Tantièmes, presentiegelden en andere beloningen verkregen door een inwoner van Nederland die lid is van de raad van beheer of van toezicht van een vennootschap op aandelen die inwoner is van België, mogen in België worden belast."
7 Trb. 1948, 1464/1949, J80, gewijzigd Trb. 1966, 97. De betreffende bepaling luidde - voor zover relevant - als volgt (zie lid 2):
"1. Een natuurlijk persoon, die inwoner is van een der Verdragsluitende Staten is vrijgesteld van belasting geheven door de andere Verdragsluitende Staat ter zake van inkomsten uit persoonlijke diensten, indien
a. hij in de laatstbedoelde Verdragsluitende Staat verblijf houdt voor een tijdvak of tijdvakken, welke in het belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
b. in het geval van inkomsten uit dienstbetrekking
i. deze natuurlijke persoon een werknemer is van een inwoner of een lichaam van een andere Staat dan de laatstbedoelde Verdragsluitende Staat, of van een vaste inrichting van een inwoner of een lichaam van laatstbedoelde Verdragsluitende Staat gelegen buiten laatstbedoelde Verdragsluitende Staat, en
deze inkomsten bij de berekening van de voordelen van een vaste inrichting in de laatstbedoelde Verdragsluitende Staat niet als zodanig worden afgetrokken.
2. Voor de toepassing van het eerste lid (...). De uitdrukking 'inkomsten uit dienstbetrekking' omvat mede inkomsten uit diensten verricht door leidinggevende personeelsleden van lichamen, maar omvat niet inkomsten uit persoonlijke diensten verricht door vennoten."
8 Zoals Van der Geld in zijn annotatie opmerkt, legt het Hof de maatstaf "door of namens" aan hoewel deze woorden niet als zodanig voorkomen in de toepasselijke verdragsbepalingen.
9 Trb. 1951, 148 en 1966, 177.
10 Hof Arnhem 29 mei 2002, nr. 01/02338, V-N 2002/52.8, NTFR 2002/1094.
11 V-N 2003/15.12, FED 2003/248, met noot Peters.
12 Trb. 1979, 168.
13 Aanpassing van de loon- en inkomstenbelasting c.a., met het oog op vereenvoudiging van de wetgeving en vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven, 25 051, Stb. 1996, 655.
14 Tweede Kamer, 1996-1997,25 051, nr. 5, blz. 33.
15 Tweede Kamer, 2001-2002, 28 259, nr. 6, blz. 36 (Stb. 2002, 596).
16 Tweede Kamer, 2001-2002, 28 259, nr. 6, blz. 36-37.
17 Zie voor een bespreking van de door de Staatssecretaris voorgestane bewijslastverdeling op dit punt F.E. Dekker: De verdragswerkgever van de internationale uitzendkracht, MBB 2005/22.
18 HvJ EG 18 september 2003, zaak C-168/01: Jur EG 2003, blz. I-9409; met conclusie Alber; BNB 2003/344, met noot Meussen; HvJ EG 15 juli 2004, zaak C-315/02, met conclusie Tizzano; BNB 2004/400, met noot Wattel, NTFR 2004/1120, met noot Albert, VN 2004/39.11; HvJ EG 7 september 2004, zaak C-319/02, met conclusie Kokott; BNB 2004/401, met noot Wattel, NTFR 2004/1433, met noot Van Beelen, VN 2004/47.10.
19 Taxation issues relating to international hiring-out of labour, gepubliceerd in Trends in International Taxation, OESO, Parijs, nr. 29, 1985.
20 Te vinden op www.oecd.org/dataoecd/52/61/31413358.pdf.
21 H.J. Noordenbos, Werken over de grens moet eenvoudiger, WFR 2004/1052.
22 V-N 2003/5.5.
23 Het Weense Verdragenverdrag geldt alleen voor verdragen die gesloten zijn na zijn inwerkingtreding voor de desbetreffende verdragsstaat (voor Nederland 9 mei 1985, maar wordt algemeen - ook door u - uitgelegd als op dit punt codificerende hetgeen reeds geldend volkenrecht was (zie nader de genoemde bijlage bij de conclusies voor BNB 2003/177 en 2003/178).
24 J.P.E. de Kock, De heffing van loonbelasting bij terbeschikkingstelling van arbeidskrachten door een buitenlands intermediair, WFR 1994/673.
25 P. Roeloffs, De grensoverschrijdende dienstbetrekking in het Verdrag Nederland-Duitsland, WFR 1996/340.
26 A.G. Goedkoop en M.A. Kuijlaars, (H)oeso 'door of namens een werkgever'?, WFR 1996/1228.
27 C.J.A.M. van Gennep: Niet door of namens?, MBB 1992/74.
28 A.C.J. Viersen: Door of namens, MBB 1984, blz. 295. Zie ook J. Kooi: Wederom door of namens; MBB 1985/280.
29 R.W.G. Rouwers, Inhoudingsplicht loonbelasting voor buitenlandse uitleners van arbeidskrachten, FED 1997/187a.
30 Voetnoot Rouwers: "Weinig precies is overigens de opmerking in de nota naar aanleiding van het verslag (TK 1996-1997, 25 051, nr. 5, blz. 33) dat bij misbruiksituaties de 183-dagenregeling niet van toepassing zal zijn. Bedoeld zal zijn dat de toepassing van deze regeling ertoe leidt dat de inlener van de uitzendkracht als werkgever wordt aangemerkt, waardoor art. 15, tweede lid, onder b, OESO-modelverdrag (de 183-dagenregel staat overigens onder a) de buitenlandse werknemer niet beschermt tegen Nederlandse belastingheffing. Het tweede lid van art. 15 is immers altijd van toepassing."
31 F.A. Engelen en F.P.G. Pötgens, Het rapport The application of the OECD Model Tax Convention to Partnerships en de interpretatie van belastingverdragen (deel 2), WFR 2000/1056. Deel 1 is gepubliceerd in WFR 2000/1016.
32 Voetnoot van Engelen en Pötgens: "In zijn arrest van 9 december 1998, BNB 1999/267, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de beloningen "ten laste van" een vaste inrichting zijn ontvangen in de zin van art. 10, tweede lid, sub 3, Verdrag Nederland-Duitsland indien zij in een afzonderlijke projectadministratie in de boekhouding ten laste van een project zijn gebracht. De Hoge Raad heeft in zijn arresten van 19 juni 1996, BNB 1996/369, en 15 juli 1997, BNB 1997/298, bepaald dat het salaris ook betaald is "door of namens", indien het specifiek en als zodanig is doorbelast aan een werkgever die inwoner is van de bronstaat."
33 F.P.G. Pötgens, Nogmaals art. 15 en 16 belastingverdrag met België: inkomsten uit tegenwoordige privaatrechtelijke dienstbetrekking, MBB 2003/126.
34 Bernard Peeters, Article 15 of the OECD Model convention on "Income from Employment" and its Undefined Terms, European Taxation, February/March 2004, blz. 72-82.
35 Jos de Kock, International Hiring-Out of Labour: Field Experience in the Netherlands, Bulletin for International Fiscal Documentation, June 1999, blz. 243-247.
36 Luc de Broe (België), John Avery Jones (Verenigd Koninkrijk), Maarten Ellis & Kees van Raad (Nederland), Jean-Pierre Le Gall (Frankrijk), Henri Torrione (Zwitserland), Richard Vann (Australië), Toshio Miyatake (Japan), Sidney Roberts & Sanford Goldberg (Verenigde Staten), Jakob Strobl & Juergen Killius (Duitsland), Guglielmo Maisto & Federico Guilani (Italië), David Ward (Canada), Bertil Wiman (Zweden): Interpretation of Article 15(2)(b) of the OECD Model Convention: "Remuneration Paid by, or on Behalf of, an Employer Who is not a Resident of the Other State", Bull. For Int'l Fiscal Documentation, October 2000, p. 509 e.v.
37 Klaus Vogel on double taxation convention, derde druk, 1996, blz. 899, randnr. 27.
38 P. Kavelaars, Toewijzingsregels in het internationaal fiscaal- en sociaalverzekeringsrecht, Fiscale Monografieën, tweede druk, Kluwer: Deventer, 2003, paragraaf 6.3.2.3.
39 C.J.A.M. van Gennep, Art. 15 van het OECD-Modelverdrag van 1977 (II, slot), WFR 1989, blz. 1173.
40 A.C.J. Viersen, Door of namens, MBB 1984, blz. 295.
41 Uit het artikel van Jørn Qviste: Interpretation of Tax Treaties, A recent Supreme Court Decision, in European Taxation, 2003, p. 276, leid ik af dat in de Deense wet sinds 1982 wel bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot "hiring-out of labour".
42 In het belastingverdrag met Canada uit 1957 komt in art. 12 een letterlijk gelijkluidende bepaling voor. In het commentaar bij dit artikel in de groene banden (Nederlandse Regelingen van Internationaal Belastingrecht) wordt opgemerkt: "Niet duidelijk is wat de uitdrukking 'voor of ten behoeve van' betekent. Bij werknemers zal onzes inziens hiermee de werkgever zijn bedoeld, niet bijv. de opdrachtgever van de werkgever (ook al wordt het betreffende salaris doorberekend)". Een zelfde bepaling komt voor in het verdrag tussen Denemarken en Canada uit 1955, waarin wordt gesproken van "performed for a person".
43 TK 1956-1957, 4783, nr. 3.
44 League of Nations, Fiscal Committee, London and Mexico Model Tax Conventions (Commentary and Text), Genève, november 1946, No.: C.88.M.88.1946.II.A.
45 Met name het rapport The elimination of double taxation, second Report of the Fiscal Committee of the OEEC, Parijs, juli 1959, C(59)147.
46 Zie voetnoot 43, blz. 60 en 62.
47 Zie voetnoot 43, blz. 61 en 63.
48 Kennelijk was voordien het uitgangspunt dat belastingheffing over salaris steeds was toegewezen aan de bronstaat. Zie ook het rapport van League of Nations, Double Taxation and Tax Evasion, (presented by the General Meeting of Government Experts on Double Taxation and Tax Evasion), Genève, oktober 1928, No. C.562.M.178. Dit rapport vermeldde: "Salaries, wages or other remuneration of any kind shall be taxable in the State in which the recipients carry on their employment." In het commentaar werd dit als volgt toegelicht: "The income is actually produced in that State and the tax can easily be levied at the source. Nevertheless, special clauses may be inserted to meet the case of persons working in the vicinity of the frontier or engaged in any itinerant occupation, employment or trade."
49 The elimination of double taxation, second Report of the Fiscal Committee of the OEEC, Parijs, juli 1959, C(59)147 , blz. 27.
50 The elimination of double taxation, second Report of the Fiscal Committee of the OEEC, Parijs, juli 1959, C(59)147 , blz. 40.
51 Trb. 1996, 210. (De Nederlandse vertaling is gepubliceerd in Trb. 1996, 276.)
52 Persbericht Ministerie van Financiën van 2 juli 1996, nr. 96/115.
53 Østre Landsret 6 april 2001 (Halliburton Company Germany GmbH v. Skattesministeriet), TfS 2001, 380; SU 2001, 147. De zaak wordt besproken door Jørn Qviste: Interpretation of Tax Treaties, Two recent Danish Court Decisions, European Taxation, 2001, blz. 284.
54 Højesteret 18 december 1992, I 323/1991 (Texaco Denmark Inc. v. Skatteministeriet), TfS 1993, 7; zie ook Jørn Qviste, Interpretation of Tax Treaties, Two Recent Danish Court Decisions, European Taxation, July/August 2001, blz. 286.
55 Højesteret 4 februari 2003 (Halliburton Company Germany GmbH v. Skatteministeriet), TfS 2003, 222; zie ook Jørn Qviste, Interpretation of Tax Treaties, A Recent Supreme Court Decision, European Taxation, July/August 2003, blz. 275.
56 Jørn Qviste, t.a.p., blz. 276.
57 Jørn Qviste, t.a.p., blz. 276.
58 Jørn Qviste, t.a.p., blz. 276-278.
59 Jørn Qviste: Interpretation of Tax Treaties, A Recent Supreme Court Decision, European Taxation, July/August 2003, blz. 278-279.
60 Zie Annex II: Reservations by (...) the Netherlands (....), onderdelen 20-24, bij het Partnership Report (zie de volgende voetnoot), opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1319-1320.
61 The Application of the OECD Model Tax Convention to Partnerships, OESO, Parijs, 1999, opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1289 e.v.
62 Nr. 01/1137, V-N 2003/32.2.1.
63 Art. 7:610 BW.
64 Doc. 1000 (1970-1971) Kamer van Volksvertegenwoordigers (Chambre des Représentants). Zie C. van Raad en B.J.J.M. Lucas Luyckx: Nederlandse regelingen van internationaal belastingrecht: documentair handboek met teksten van en toelichtingen op de in Nederland geldende eenzijdige bepalingen van internationaal belastingrecht en de door Nederland gesloten belastingverdragen, Kluwer, Deventer, losbladig, onderdeel 2: Officiële toelichtingen, sub 3: Belgische Memorie van toelichting, onder 2: Nederlandse tekst.
65 Opgenomen in C. van Raad en B.J.J.M. Lucas Luyckx: Nederlandse regelingen van internationaal belastingrecht: documentair handboek met teksten van en toelichtingen op de in Nederland geldende eenzijdige bepalingen van internationaal belastingrecht en de door Nederland gesloten belastingverdragen, Kluwer Deventer losbladig, onderdeel 2: Officiële toelichtingen, sub 4: Gezamenlijke artikelsgewijze toelichting, onder: Niet-zelfstandige beroepen (artikel 15 en punten 18, 19 en 20 van Protocol I).
66 Zie ook onderdeel 3.2.5 van de conclusie van mijn ambtgenoot Overgaauw d.d. 25 maart 2004 in de zaak met nr. 40.179.
67 Oliver Bertin: "Tax Treaty Interpretation in Belgium", in Michael Lang (ed.): Tax treaty Interpretation, EUCOTAX series on European Taxation, volume 3, Kluwer Law International: Den Haag, Linde Verlag: Wenen, 2001, blz. 53.
68 Arrest van 18 maart 1994, rolnummer F1994N, Pas. 1994, I, p. 283.
69 Christophe Coudron en Koen van Duyse: Werkgeverschap en de 183 dagenregel: substance over form, Fiscoloog Internationaal, editie 234, blz. 1-3.
70 Zie Annex II: Reservations by (...) the Netherlands (....), onderdelen 20-24, bij het Partnership Report (zie de volgende voetnoot), opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1319-1320.
71 The Application of the OECD Model Tax Convention to Partnerships, OESO, Parijs, 1999, opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1289 e.v.
72 H.J. Noordenbos, Materieel werkgeversbegrip in art. 15 OESO-modelverdrag, WFR 2003/753.
73 BFH 21 augustus 1985, BStBl. II 1986, 4.
74 Dit blijkt volgens Noordenbos uit de brief van de Duitse minister van financiën van 5 januari 1994, BStBl. I 1994, 11.
75 Zie Annex II: Reservations by (...) the Netherlands (....), onderdelen 20-24, bij het Partnership Report (zie de volgende voetnoot), opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1319-1320.
76 The Application of the OECD Model Tax Convention to Partnerships, OESO, Parijs, 1999, opgenomen in C. van Raad: Teksten Internationaal en EG belastingrecht 2004-2005, Kluwer Deventer, blz. 1289 e.v