1 Tweede kamer, 2002-2003, 28 607 (belastingplan 2003, deel 1). Het parlement amendeerde art. 3.29a weer uit dat plan.
2 Tweede Kamer, 2002-2003, nr 28 607 (belastingplan 2003, deel I), nr 5, onderdeel 5.6, V-N 2002/56.2.
3 V-N 2005/24.
4 Aldus ook G.T.K. Meussen: Recente fiscale ontwikkelingen inzake afschrijving vastgoed; WPNR 2005/6627, blz. 525 e.v.
5 Zie de brief van de Staatssecretaris van 8 december 2004, DGB 2004/5163, V-N 2005/2.10 en het Persbericht Ministerie van Financiën, 30 augustus 2002, nr. 2002/199 (DGB 2002-04328), VN 2002/42.3.
6 T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed (dissertatie Amsterdam UvA), Naarden, 2002.
7 Zie nader D.J. Prinsen, De kwalificatie van een ter belegging aangehouden onroerende zaak als bedrijfsmiddel, WFR 1996/781, een bespreking van HR 6 december 1995, nr. 30.593, BNB 1996/58, met noot Niessen. Zie ook C. Bruijsten, Kwalificatie van beleggingsvastgoed in de vennootschapsbelasting, WFR 2004/309.
8 Zo ook G.T.K. Meussen tijdens het Kluwer Fiscaal Plein van 4 oktober jl. 'Wel of niet fiscaal afschrijven op vastgoed', waarvan een verslag is opgenomen in WFR 2004/1712.
9 W.E. Kremer, Algemene beschouwingen over afschrijvingen, WFR 1961/4576, blz. 838.
10 TH.S. IJsselmuiden, De fiscale balans in Nederland en in de andere landen van de Europese Economische Gemeenschap, Fiscale Monografieën, nr. 21, Deventer: Kluwer, 1963.
11 J.J.H. Jacobs, Het bedrijfsmiddel: opstellen over ontwikkeling en functies van het begrip bedrijfsmiddel in Nederlandse belastingen naar de winst, Groningen: Tjeenk Willink, 1974, blz. 126.
12 T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op commercieel vastgoed, Fed Actualiteiten, nr. 26, FED, Deventer: 1996.
13 T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed (dissertatie Amsterdam UvA), Naarden: 2002. Ook uitgegeven in de Kluwer-serie Fiscale monografieën, nr. 101 (2002).
14 Fiscale Encyclopedie De Vakstudie, onderdeel Wet inkomstenbelasting 1964, Kluwer, losbladig.
15 Blz. 43 van de memorie van toelichting (nr. 3) bij het wetsvoorstel (een ontwerp-Wet op de inkomstenbelasting 1958) dat heeft geleid tot invoering van de Wet IB 1964 (5380, Stb. 1964, 512; zie ook Stb. 1964, 519).
16 Uitspraken van 1 september 2004, nr. 04/00491, V-N 2004/54.9, en nr. 02/06980, NTFR 2004/1549, met commentaar Vissers (onder NTFR 2004/1539), V-N 2004/64.1.4 (tussenuitspraak van 23 oktober 2003 opgenomen in NTFR 2003/1883 en V-N 2004/37.6).
17 Uitspraak van 1 september 2004, nr. 02/06979, NTFR 2004/1539, met commentaar Vissers, V-N 2004/54.8 (tussenuitspraak van 23 oktober 2003 opgenomen in NTFR 2003/1883 en V-N 2004/37.6).
18 Zie voor twee voorbeelden uit vele in de oudere en in de recente literatuur: J.E.A.M. van Dijck, Het begrip bedrijfsmiddel, WFR 1961/4576, en T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed (dissertatie Amsterdam UvA), Naarden, 2002.
19 M.P. van Overbeeke, De functioneel-economische zelfstandigheid van opstallen bij de fiscale winstbepaling, WFR 1991/1149.
20 J.E.A.M. van Dijck, Het begrip bedrijfsmiddel, WFR 1961/4576.
21 J.J.H. Jacobs, t.a.p.
22 E. Bos, "Bedrijfsmiddel", WFR 1990/1777, betoogt dat uit uw jurisprudentie kan worden afgeleid dat de civiele uitgangspunten en begrippen weliswaar qua grondslag dienstbaar kunnen zijn voor het kwalificeren in de sfeer van de winstbepaling, maar dat volledige transponering niet mogelijk is. Daarbij komt, aldus Bos, dat de complexgedachte zakenrechtelijk geen, maar fiscaalrechtelijk wel relevantie heeft. Het zakenrecht kent als ultimum de zaak, terwijl het fiscale recht meer civiele zaken als één fiscale zaak, bedrijfsmiddel, kan beschouwen.
23 C.B. Bavinck en W.P. van Berkel, 'Hoge Raad geeft meer ruimte voor afschrijving onroerend goed,' Het Financieele Dagblad, 30 april 1997, blz. 7.
24 T.M. Berkhout: Fiscaal afschrijven op vastgoed (Amsterdam UvA, Naarden: 2002), blz. 168.
25 M.P. van Overbeeke, De functioneel-economische zelfstandigheid van opstallen bij de fiscale winstbepaling, WFR 1991/1149.
26 Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, PB nr. L243, blz. 1, 2002/09/11.
27 Zie www.iasb.org.
28 De invoering van de nieuwe boekhoudregels heeft echter de nodige stof doen opwaaien. In een bericht van Het Financieele Dagblad van 13 november jl. wordt bij monde van David Tweedie, de voorzitter van de IASB aangegeven dat de controverse over de invoering in de Europese Unie nog maar het begin is voor een wereldwijde convergentie in 2008. De kans is groot, aldus Het Financieele Dagblad, dat bedrijven nog harder zullen protesteren dan zij de afgelopen tijd in Europa al hebben gedaan.
29 G.W.J.M. Kampschoër, IFRS en de verhouding tot het Nederlandse fiscale winstbegrip, WFR 2004/1228.
30 Beiden waren spreker tijdens het Kluwer Fiscaal Plein van 4 oktober 2004: 'Wel of niet fiscaal afschrijven op vastgoed', waarvan een verslag van de hand van A.W. Schep is opgenomen in WFR 2004/1712.
31 Zie ook zijn "Ontwikkelingen rondom goed koopmansgebruik in de jurisprudentie vanaf 1990", TFO 2003, blz. 139.
32 J. Doornebal, Afschrijving van het tot het ondernemingsvermogen behorende onroerende zaken, in: In de fiscale vuurlinie, opstellen aangeboden aan prof. mr. E. Aardema, blz. 61-75, Deventer: 2003.
33 Anders T.M. Berkhout en J.M. van der Heijden, Fiscale padafhankelijkheid en hiërarchie tussen beginselen van goed koopmansgebruik, NTFR 2003/701, naar aanleiding van de opinie van J. Doornebal (Invulling van goed koopmansgebruik, NTFR 2003/469).
34 C. Bruijsten: Een rangorderegeling voor de beginselen van goed koopmansgebruik; WFR 2005/6620, blz. 540 e.v..
35 Goed Koopmansgebruik, Fed Deventer 1999, blz. 62.
36 R.P.C. Cornelisse, Afschrijven op beleggingsvastgoed in de winstsfeer, TriBuut augustus 2003, blz. 10-12.
37 J. Doornebal, Afschrijving van het tot het ondernemingsvermogen behorende onroerende zaken, in: In de fiscale vuurlinie, opstellen aangeboden aan prof. mr. E. Aardema, blz. 61-75, Deventer: 2003.
38 M.P. Overbeeke, t.a.p., blz. 1151 e.v.
39 J. Doornebal, t.a.p., blz. 66-67.
40 R.P.C. Cornelisse, t.a.p., blz. 10-12.
41 T.M. Berkhout, naschrift bij het artikel van Cornelisse in TriBuut augustus 2003, blz. 13.
42 G.T.K. Meussen, voordracht bij het Kluwer Fiscaal Plein van 4 oktober 2004: 'Wel of niet fiscaal afschrijven op vastgoed', waarvan een verslag is opgenomen in WFR 2004/1712.
43 Zie de uitspraak van Hof Arnhem van 21 februari 2003, nr. 01-01383, FED 2003/244, NTFR 2003/477 met noot van Alink, VN 2003/13.2.4.
44 Deze Richtlijnen zijn opgesteld door de Raad voor de jaarverslaggeving (RJ), een orgaan van de Stichting voor de Jaarverslaggeving, een samenwerkingsverband tussen de Vereniging VNO-NCW, Koninklijke Vereniging MKB-Nederland, de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV), de Vereniging van Beleggingsanalisten (VBA), de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) en het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA). De Stichting heeft statutair ten doel de kwaliteit van de externe verslaggeving - in het bijzonder van de jaarrekening - binnen Nederland te bevorderen. De RJ is belast met het opstellen en het publiceren van richtlijnen voor de jaarverslaggeving, en is samengesteld uit vertegenwoordigers van verschaffers, gebruikers en controleurs van financiële verslaggeving. De richtlijnen worden gepubliceerd in de jaarlijks verschijnende bundel Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, aangevuld met eventuele tussentijdse publicaties. Zie www.rjnet.nl. De Richtlijnen bevatten stellige uitspraken en aanbevelingen. Noch de stellige uitspraken noch de aanbevelingen van de RJ hebben de status van wet. De Richtlijnen dienen hun gezag te ontlenen aan het Stramien (de conceptuele basis, ontleend aan het IASB Conceptual Framework), de wijze van totstandkoming (het "due process") en aan de bij de totstandkoming betrokken partijen. De RJ verwacht dat van stellige uitspraken slechts wordt afgeweken indien daarvoor goede gronden bestaan.
45 Emeritus hoogleraar Vastgoedkunde UvA; voorzitter Raad voor Onroerende zaken.
46 PB05-013, d.d. 9 februari 2005.
47 Het onderzoek zelf is niet door IBVN vrijgegeven. Een verslag van het onderzoek is opgenomen in Vastgoedmarkt oktober 2004 , blz. 38. Zie ook het aan het onderzoek gewijde artikel in Het Financieele Dagblad van 7 oktober 2004 "Nederland hekkensluiter afschrijvingen".
48 Originele voetnoot bij figuur: "Afschrijving zelfstandige onderdelen mogelijk waardoor percentage stijgt."
49 De Stichting ROZ-Vastgoedindex heeft tot doel het onderhouden van een vastgoedindex voor de Nederlandse vastgoedmarkt. De index wordt tot stand gebracht in samenwerking met de Investment Propery Databank (IPD). Zie ook www.rozindex.nl.
50 T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed (dissertatie Amsterdam UvA), Naarden: 2002, blz. 79-80.
51 Tweede Kamer, 2002-2003, 28 607, nr. 14.
52 Tweede Kamer, 2002-2003, 28 607, nr. 30.
53 Vastgoedmarkt oktober 2004, blz. 38.
54 Ingezonden 5 oktober 2004, 2040501110.
55 Zie ook Het Financieele Dagblad van 4 oktober 2004, "Afschrijvingsdiscussie krijgt nieuwe impuls".
56 Brief van 8 december 2004, nr. DGB 2004/5163, VN 2005/2.10.
57 Zie voor een bespreking van deze nota A.J.L. Grotenhuis, "De opknapbeurt voor de vennootschapsbelasting", WFR 2005/659, waarin ook de opvattingen worden weergegeven van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW, van Deloitte en van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed. Zie verder E.J.W. Heithuis, "De grabbelton: MKB-winstvrijstelling, afschrijven op vastgoed en gemengde-kostenaftrek", WFR 2005/765.