ECLI:NL:PHR:2007:BA9619
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie na beëindiging relatie tussen voormalige partners
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige levenspartners over de wijziging van kinderalimentatie, vastgesteld in een convenant en bevestigd door de rechtbank. De vrouw heeft de rechtbank Arnhem verzocht om de kinderalimentatie vast te stellen, zodat zij over een executoriale titel kan beschikken. De rechtbank heeft op 25 oktober 2004 bepaald dat de man € 113,45 per kind per maand moet betalen. De man heeft hiertegen in hoger beroep geageerd, stellende dat zijn financiële situatie niet toereikend is om deze alimentatie te betalen. Het gerechtshof te Arnhem heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, maar de man heeft cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de behoefte en draagkracht rechtvaardigt. De man heeft niet aangetoond dat zijn financiële situatie significant is veranderd sinds het sluiten van het convenant. De Hoge Raad oordeelt dat de man onvoldoende feiten heeft aangedragen om aan te tonen dat het convenant met grove miskenning van de wettelijke maatstaven tot stand is gekomen. De Hoge Raad bevestigt dat de man niet kan ontkomen aan de in het convenant vastgestelde onderhoudsverplichting zonder een wijziging of intrekking van die overeenkomst te vragen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de Hoge Raad de beschikking van het hof vernietigt en de zaak verwijst voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van de wettelijke maatstaven bij de vaststelling van alimentatie en de noodzaak voor de onderhoudsplichtige om voldoende bewijs te leveren voor een wijziging van omstandigheden.