ECLI:NL:PHR:2008:BC8979
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. L. Strikwerda
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot teruggave van sieraden en riem in echtscheidingsprocedure
In deze echtscheidingsprocedure heeft de man, verzoeker tot cassatie, een verzoek ingediend tot het treffen van een nevenvoorziening, specifiek om de vrouw te veroordelen tot teruggave van een riem en sieraden die aan haar zijn geschonken bij de aanvang van hun huwelijk. De man baseert zijn verzoek op het Marokkaans recht, dat volgens hem van toepassing is op hun huwelijksvermogensregime. De vrouw heeft het verzoek bestreden en gesteld dat de riem en sieraden van een neef van de man zijn geschonken.
Het hof heeft op 25 januari 2007 het verzoek van de man afgewezen. Het hof oordeelde dat op basis van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, het Nederlands recht van toepassing is. Het hof concludeerde dat de riem en de sieraden als privé-eigendom van de vrouw kunnen worden beschouwd, omdat deze aan haar cadeau zijn gedaan en derhalve geen deel uitmaken van de huwelijksgemeenschap.
De man heeft tijdig cassatie ingesteld met één middel, maar de vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. Het middel is gericht tegen het oordeel van het hof dat de riem en de sieraden aan de vrouw verknocht zijn. De Hoge Raad oordeelt dat het middel faalt wegens gebrek aan belang, aangezien het hof onbestreden heeft geoordeeld dat het Nederlands recht van toepassing is en dat er geen huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt. Zelfs als de riem en de sieraden niet als aan de vrouw verknocht zouden worden beschouwd, zou er geen regel van Nederlands recht zijn die de vrouw verplicht om deze aan de man terug te geven. De Hoge Raad bevestigt daarmee het oordeel van het hof en verwerpt het beroep.