1 Zie de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 13 augustus 2004, p. 1.
2 De echtscheiding is ingeschreven op 24 augustus 2004 (bijlage 8 bij brief van 31 maart 2005; proces-verbaal 15 februari 2008).
3 Weergave van het hof (onder Het procesverloop, laatste gedachtestreepje).
4 De Tabla en Dholak zijn (kennelijk) Indiase instrumenten, zie rov. 7 van de bestreden beschikking van het hof.
5 Volgens weergave van het hof (rov. 5, 6). Volgens het aanvullend beroepschrift sub 2 gaat het om een voorwaardelijke aanvulling.
6 Het verzoekschrift tot cassatie is op 10 juni 2008 ingekomen ter griffie van de Hoge Raad.
7 Van Mourik, Mon. BW B9 (Gemeenschap), 2006, nr. 52 spreekt, onder verwijzing naar bepalingen van buitenlands recht, van een hoofdregel die van oudsher gezag uitstraalt. W.R. Meijer, De afwikkeling van een huwelijksgemeenschap, 2007, nr. 97 spreekt van een heilig principe. T.M., Parl. Gesch. Boek 3, p. 604 maakt alleen melding van het behoud van de regel van art. 1112 BW (oud).
8 Een verdeling heeft betrekking op gemeenschapsgoederen. Tot een gemeenschap 'behorende' schulden worden niet verdeeld, maar zijn voorwerp van in het kader van de verdeling van de desbetreffende gemeenschap gemaakte afspraken omtrent de draagplicht. Zie Van Mourik, Mon. BW B9, nr. 39; Asser-Perrick 3-IV (2007), nr. 84.
9 MvT Inv., Parl. Gesch. Inv. Boeken 3, 5 en 6, Wijz. Rv e.a., p. 299-300.
10 Krachtens art. 677 lid 4 Rv zijn de art. 677-680 - waarin slechts over 'vordering' en 'vonnis' wordt gesproken - op echtscheidingsverzoekschriften en -beschikkingen van overeenkomstige toepassing.
11 Pitlo/Reehuis, Heisterkamp, Goederenrecht, 2006, nr. 448; W.R. Meijer., a.w., nr. 111; Vermogensrecht, H.H. Lammers, art. 185, aant. 7.
12 B. Breederveld, De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding. De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter, diss. 2008, p. 425.
13 Asser-Perrick 3-IV, nr. 129; W.R. Meijer, a.w., nr. 115.
14 Pitlo/Reehuis, Heisterkamp, Goederenrecht, nr. 448; W.R. Meijer, nr. 115.
15 Asser-Perrick 3-IV, nr. 129.
16 Volgens W.R. Meijer, a.w., nr. 96 en Breederveld, a.w., p. 423 dient de rechter zich ervan te vergewissen dat tussen de deelgenoten geen overeenstemming bestaat. Bij twijfel of indien van overeenstemming blijkt, heeft de rechter geen taak en is de deelgenoot in zijn vordering ex art. 3:185 BW niet-ontvankelijk.
17 Breederveld, a.w., p. 360-361; Asser-Perrick 3-IV, nr. 94; W.R. Meijer, a.w., nr. 96. In art. 677 lid 1 Rv wordt gesproken van aanhouding voor wat betreft 'hetgeen overigens ter zake van de verdeling is gevorderd.' Dit begrip wordt in de parlementaire geschiedenis niet nader toegelicht.
18 Deze vraag wordt ontkennend beantwoord door H.A. Bosman, De rechter verdeeld/t, WPNR 6484 (2002), p. 297-298; H.H. Lammers, Vermogensrecht, art. 3:185, aant. 2, en Breederveld, a.w., p. 360-361. De laatste bepleit een aanpassing van de huidige wettelijke regeling in die zin dat de rechter die dient te beslissen over een vordering op grond van art. 3:185 BW ambtshalve een notaris kan benoemen en de zaak kan aanhouden totdat is gebleken of de notaris partijen kan verenigen (a.w., p. 366-369). Die bevoegdheid wordt onder geldend recht reeds aanwezig geacht door de auteurs, vermeld bij Breederveld, a.w., p. 360, noot 32.
19 HR 17 april 1998, NJ 1999, 550 m.nt. WMK onder nr. 551 en HR 12 oktober 2001, NJ 2003, 534 m.nt. WMK. Zie ook MvT Inv., Parl. Gesch. Inv. Boeken 3, 5 en 6, Wijz. Rv, p. 305. Zie over de de hier bedoelde vrijheid in verhouding tot het verbod van verrassingsbeslissingen en het beginsel van art. 24 Rv de conclusie van A-G Langemeijer vóór HR 12 januari 2007, RvdW 2007, 88 (onder 2.5).
20 Het is omstreden of deze opsomming limitatief bedoeld is.
21 Breederveld, a.w., p. 430; W.R. Meijer, a.w., nr. 117 -118 en Verdeeldheid rond de verdeling, FJR 2002, p. 41. Het onderscheid is o.m. van belang voor de peildatum.
22 Zie daarover Breederveld, a.w., p. 398-401, die een wetswijziging bepleit ertoe strekkende dat in alle gevallen dat de verdeling door tussenkomst van de rechter plaatsvindt een onderhandse of notariële boedelbeschrijving is voorgeschreven.
23 In werking getreden 1 januari 2001 (Stcrt. 18 december 2000), laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 oktober 2007.
24 In het algemeen bevestigend Breederveld, a.w., p. 397, 425 en 430, mede naar aanleiding van de thans in cassatie bestreden beschikking van het hof van 12 maart 2008 en de eerdere uitspraken van dat hof d.d. 28 januari 2004, LJN: AO3541 en 19 maart 2003, LJN: AF9646. Zie daarover de boekbespreking door A.N. Labohm in EB Tijdschrift voor echtscheidingsrecht 2009, p. 7-11, i.h.b. p. 9 (de auteur heeft voormelde beschikkingen mede gegeven).
25 Ondanks de bewoordingen dat het oordeel van het hof "onjuist althans onbegrijpelijk gemotiveerd" is, begrijp ik deze klacht uitsluitend als een motiveringsklacht.
26 Gewezen wordt op de brief van de vrouw van 30 november 2006, de beschikking van de rechtbank van 12 januari 2007, het aanvullend verzoekschrift van de man van 19 september 2007, de brief van de vrouw van 1 februari 2008, de pleitnota in hoger beroep van de vrouw en op het proces-verbaal van de zitting van 15 februari 2008.
27 Vgl. rechtbank Utrecht, 30 mei 2007, LJN: BA6300. Zie ook de in noot 24 vermelde jurisprudentie.
28 In het procesdossier is deze bijlage 1, tezamen met de bijlagen 2 (foto's) en 3 (betreffende de auto), kennelijk abusievelijk achter de brief van 30 november 2006 gevoegd.
29 Proces-verbaal van de zitting van het hof op 15 februari 2008, p. 3.
30 Vgl. W.R. Meijer, FJR 2000, p. 41, die van mening is dat de rechter, mede in het licht van art. 3:179 BW, met een partiële verdeling buiten de rechtsstrijd treedt. Vgl. Breederveld, a.w., p. 397, noot 110.
31 Naar analogie van art. 6:97 BW.
32 Zie o.m. aanvullend beroepschrift sub 3a, pleitnota zijdens de vrouw (onder Schadebedrag) en proces-verbaal van 15 februari 2008 (p. 2 onderaan).
33 MvT Inv., Parl. Gesch. Inv. Boeken 3, 5 en 6, Wijz. Rv e.a., p. 303; Asser-Perrick 3-IV, nr. 102.
34 Zie A-G Huydecoper in zijn conclusie vóór HR 12 oktober 2001, NJ 2003, 534 m.nt. WMK (onder 13).
35 Asser-Procesrecht/Veegens-Korthals Altes-Groen (2005), nr. 136.