ECLI:NL:PHR:2010:BM8909
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. L. Strikwerda
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van de man tegen de beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake alimentatieverplichtingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de man tegen een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, gedateerd 26 mei 2009. Het hof had de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen een eerdere beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 9 oktober 2008. Deze eerdere beschikking betrof een verzoek van de man en een verzoek van de vrouw met betrekking tot de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw.
Het cassatieberoep berust op twee middelen, waarbij de vrouw geen verweerschrift in cassatie heeft ingediend. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De zaak leent zich voor een verkorte conclusie, omdat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Middel I bestrijdt het oordeel van het hof dat de man te laat in hoger beroep is gekomen. De man stelt dat hij door fouten van het Gerecht in Eerste Aanleg pas na het verstrijken van de hoger beroepstermijn kennis heeft genomen van de beschikking. Het hof heeft echter vastgesteld dat de man het beroepschrift op 23 januari 2009 heeft ingediend, terwijl de beschikking op 23 december 2008 in het postvak van de gemachtigde van de man is gedeponeerd. Dit betekent dat de man het beroepschrift niet binnen de termijn van veertien dagen heeft ingediend, wat het oordeel van het hof bevestigt.
De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.