ECLI:NL:PHR:2012:BW2464
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vegter
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting door verzuim in de oproeping van de verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2012 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in zijn hoger beroep. De verdachte was eerder door de Rechtbank te Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens verblijf in Nederland terwijl hij als ongewenste vreemdeling was verklaard. Het Gerechtshof te Amsterdam had de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, maar de Hoge Raad oordeelt dat het Hof had moeten onderzoeken of de appeldagvaarding correct was betekend. De verdachte had in zijn appelakte een ander adres opgegeven dan het adres waar hij in de gemeentelijke basisadministratie stond ingeschreven. De Hoge Raad concludeert dat er geen bewijs is dat de appeldagvaarding naar het in de appelakte vermelde adres is verzonden. Dit verzuim van het Hof leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de verdachte in zijn recht is benadeeld door het niet naleven van de oproepingsregels, wat de rechtsgang heeft aangetast.