1 Zie het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 9 oktober 1995, BNB 1996/43. Inmiddels zonder hier relevante wijzigingen vervangen door Besluit van 16 september 2008, nr. CPP 2008/1626M, BNB 2008/278.
2 Rechtbank Breda 29 juni 2011, nr. AWB 10/5317 en 10/5319, LJN BR5319, NTFR 2011,2138.
3 Besluit Staatssecretaris van Financiën 9 oktober 1995, BNB 1996/43. Inmiddels zonder relevante inhoudelijke wijzigingen vervangen door Besluit Staatssecretaris van Financiën 16 september 2008, nr. CPP 2008/1626M, BNB 2008/278. Zie hierover P.H.J. Essers en M.L.M. van Kempen, Cursus Belastingrecht inkomstenbelasting (studenteneditie 2011-2012), Deventer: Kluwer 2011, p. 446-447.
4 Hoewel de BV pas op 31 mei 2007 is opgericht, wordt de onderneming vanaf het moment dat de voorovereenkomst of intentieverklaring tot stand komt voor rekening van de BV gedreven. Zie.P.H.J. Essers en M.L.M. van Kempen, Cursus Belastingrecht inkomstenbelasting (studenteneditie 2011-2012), Deventer: Kluwer 2011, p. 444 en P.H.J. Essers, Fiscale aspecten van de voorperiode van de BV (FM nr. 52), Deventer: Kluwer 1989, p. 90-95 en HR 28 mei 1952, B. 9927.
5 HR 30 juni 1999, 34 607, LJN AA2794, BNB 1999,359, met noot Essers, V-N 1999/31.13, FED 1999,435, WFR 1999,296.
6 HR 18 april 1990, nr. 26 016, LJN ZC4266, BNB 1990/236, met noot Slot, V-N 1990, blz 1455, punt 10, WFR 1990,720, FED 1990,450, met noot Stevens.
7 Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 3 (MvT), p. 33, V-N 2006/30.3.
8 Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 3 (MvT), p. 9-10, V-N 2006/30.3.
9 HR 18 april 1990, nr. 26 016, LJN ZC4266, BNB 1990/236, met noot Slot, V-N 1990/1455, FED 1990/450, met noot Stevens, WFR 1990,720.
10 Wet van 30 november 2006, Stb.2006/631, p. 20-21 .
11 Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 8 (NAV), p. 20. Ook uit de plaatsing in het hoofdstuk 'Tariefverlaging' volgt dat de wetgever met de MKB-winsvrijstelling het effect van een tariefverlaging wilde bereiken. Zie Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 3 (MvT), p. 1 en Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 8 (NAV), p. 1.
12 Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 3, p. 2 (MvT).
13 Voor de voldoening aan het urencriterium wordt beroep gedaan op lid 3 van art. 3.79a.
14 HR 18 juni 1952, B nr. 9242. In de conclusie van 28 oktober 2011, nr. 10/04618, LJN BQ9061, NTFR 2011,1606, met noot Hofmann, achtte ik dit arrest nog steeds relevant.
15 In dezelfde zin HR 29 juni 1969, nr. 16 053, LJN AX5892, BNB 1969/61 en HR 3 juni 1981, nr. 20 498, BNB 1981/192.
16 HR 18 april 1990, nr. 26 016, LJN ZC4266, BNB 1990/236, met noot Slot, V-N 1990, blz 1455, punt 10, WFR 1990,720, FED 1990,450, met noot Stevens.
17 Rechtbank 's-Gravenhage 9 november 2006, nr. 06/1912, V-N 2007/46.17.
18 Rechtbank 's-Gravenhage 9 november 2006, nr. 06/1912, V-N 2007/46.17.
19 M.J. Hoogeveen, 'Bedrijfsopvolging bij eenmansbedrijven en personenvennootschappen (IB -ondernemingen); fiscaalrechtelijke aspecten' in: M.J. Hoogeveen e.a, Bedrijfsopvolging Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten (preadvies KNB), Den Haag: Sdu Uitgevers 2005, p. 49.
20 Fiscale Encyclopedie de Vakstudie Inkomstenbelasting aant. 1.4: Doel en strekking bij art. 3.79 Wet IB 2001 Deventer: Kluwer 2012 De bewerker merkt op dat de ratio van de stakingsaftrek niet aan de orde is geweest in de parlementaire toelichting.
21 Kamerstukken II 1998/99, 26 727, nr. 3, blz. 97-98. Zie hierover P.H.J.Essers en M.L.M. van Kempen, Cursus Belastingrecht inkomstenbelasting (studenteneditie 2011-2012), Deventer: Kluwer 2011, p. 113.
22 Kamerstukken II 2005/06, nr. 30 572, nr. 8 (NAV), p. 17.