ECLI:NL:PHR:2014:693
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Mishandeling en vernieling met betrekking tot opzet en bewijsvoering
In deze zaak heeft het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage op 24 augustus 2012 een verdachte veroordeeld voor mishandeling en vernieling. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van pijn aan een 68-jarige vrouw, [betrokkene 1], door zich los te rukken uit haar greep, waardoor zij ten val kwam en pijn aan haar knie ondervond. Het Hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat zijn handelen tot pijn zou leiden, en achtte het voorwaardelijk opzet op het toebrengen van letsel aanwezig. De verdediging voerde aan dat het losrukken geen mishandeling opleverde, maar het Hof verwierp dit verweer.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van vernieling van goederen die toebehoorden aan [betrokkene 2]. Het Hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk handelde door deze goederen te beschadigen, maar de verdediging stelde dat de verdachte handelde uit overmacht. Het Hof verwierp dit verweer en concludeerde dat de verdachte zich willens en wetens aan de kans blootstelde dat hij goederen zou vernielen.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd met betrekking tot de beslissingen over de mishandeling en vernieling, en heeft geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende was om het opzet te onderbouwen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van de uitspraak en een nieuwe beslissing op basis van artikel 440 Sv.