ECLI:NL:PHR:2015:1492
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Hofstee
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake profijtontneming
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 22 januari 2014. De betrokkene heeft tijdig een schriftuur ingediend met een middel van cassatie. Het middel richt zich tegen de verwerping door het Hof van een verweer dat betrekking heeft op de subposten 'Eindsaldi rekeningen', 'Verzekeringen' en 'Vaste lasten'. De betrokkene stelt dat op deze subposten respectievelijk bedragen van fl. 13.319,25, fl. 26.289,88 en fl. 7.788,00 in mindering moeten worden gebracht. Het Hof heeft deze stelling echter als niet begrijpelijk verworpen, wat volgens de Hoge Raad niet tot cassatie kan leiden.
De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk kan worden verklaard op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling zal nemen. De zaak is gerelateerd aan een andere zaak met griffienummer 14/00665 P, waarover ook een conclusie is getrokken. De uitspraak van de Hoge Raad in deze zaak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van profijtontneming en de toepassing van de relevante wetgeving.