ECLI:NL:PHR:2016:742
Parket bij de Hoge Raad
- G. Knigge
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van strafmotivering wegens gebrek aan opgave van redenen voor vrijheidsbenemende straf
In deze zaak gaat het om de strafmotivering van een opgelegde gevangenisstraf van twee weken aan de verdachte, die eerder was veroordeeld voor diefstal en vernieling. De Hoge Raad oordeelt dat de strafmotivering in strijd is met artikel 359, lid 6 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), omdat deze geen opgave bevat van de redenen die in het bijzonder hebben geleid tot de keuze voor een vrijheidsbenemende straf. Dit verzuim leidt tot nietigheid op grond van artikel 359, lid 8 Sv. De conclusie van de advocaat-generaal, mr. G. Knigge, is dat het middel gegrond is en dat de bestreden uitspraak uitsluitend wat betreft de strafoplegging en de motivering daarvan dient te worden vernietigd. De zaak wordt terugverwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling door de politierechter in Amsterdam, die hem had veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. De advocaat-generaal had in hoger beroep ook een gevangenisstraf van twee weken gevorderd, maar het hof had de strafoplegging niet voldoende gemotiveerd. De Hoge Raad bevestigt dat de invoering van artikel 80a RO geen verandering heeft gebracht in de lijn van de Hoge Raad met betrekking tot het motiveringsvoorschrift van artikel 359, lid 6 Sv. De zaak wordt nu opnieuw behandeld door het gerechtshof.