ECLI:NL:PHR:2017:151
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Falende bewijs- en strafmotiveringsklachten in drugszaken met meerdere verdachten
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2015 de verdachte veroordeeld voor medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het bezit van een vuurwapen. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van twee jaar opgelegd. De advocaat van de verdachte, Mr. H.P. Vos, heeft cassatie ingesteld, waarbij Mr. P.H.L.M. Souren vijf middelen van cassatie heeft ingediend. De Hoge Raad heeft op 17 januari 2017 geconcludeerd dat de voorgestelde middelen falen. De Hoge Raad constateert dat de redelijke termijn is geschonden, maar dat dit niet door de verdediging is aangevoerd in cassatie. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
De zaak betreft een complexe drugshandel met meerdere verdachten, waarbij de verdachte betrokken was bij de uitvoer van grote hoeveelheden verdovende middelen, waaronder XTC en cocaïne. De bewijsvoering is gebaseerd op afgeluisterde gesprekken, observaties door de politie en verklaringen van medeverdachten. De Hoge Raad heeft de bewijsvoering van het hof als voldoende gemotiveerd beschouwd en de veroordeling bevestigd. De strafmotivering is uitvoerig besproken, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de opgelegde straf passend en geboden is, gezien de ernst van de feiten en de lange periode van drugshandel.