ECLI:NL:PHR:2018:566

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
10 april 2018
Publicatiedatum
6 juni 2018
Zaaknummer
17/02001
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • W.H. Vellinga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verdachte in cassatieberoep wegens niet indienen middelen

In deze zaak, behandeld op 10 april 2018, heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn cassatieberoep. De verdachte had geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend binnen de wettelijk gestelde termijn, zoals vereist door artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor kon de Hoge Raad de verdachte niet in zijn beroep ontvangen.

De verdachte was eerder door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, in verband met meerdere feiten van witwassen en valsheid in geschrift. De veroordeling vond plaats op 12 april 2017 en de zaak had betrekking op de parketnummers 05-901022-08 en 05-702340-10. Het hof had ook beslissingen genomen over inbeslaggenomen voorwerpen.

De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad was dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in zijn cassatieberoep, gezien het ontbreken van de benodigde schriftelijke middelen. Er werd opgemerkt dat er samenhang bestaat met een andere zaak, genummerd 17/02112, waarin ook een conclusie werd getrokken. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld in het kader van de rechtsgang en de procedurele vereisten die van toepassing zijn op cassatieberoepen.

Conclusie

Nr. 17/02001
Zitting: 10 april 2018 (bij vervroeging)
Mr. W.H. Vellinga
Conclusie inzake:
[verdachte]
De verdachte is bij arrest van 12 april 2017 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, in de zaak met parketnummer 05-901022-08 wegens (telkens) 1. primair, 2. en 3. “medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd” en in de zaak met parketnummer 05-702340-10 wegens “medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft het hof beslissingen genomen ter zake een aantal inbeslaggenomen voorwerpen, een en ander op de wijze als weergegeven in het arrest.
Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummers 17/02001 en 17/02112. In beide zaken zal ik vandaag concluderen. [1]
3. Namens verdachte is geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend.
4. Nu verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt ertoe dat verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Het cassatieberoep in de zaken met de nummers 17/02928 P en 17/02932 P is ingetrokken.