ECLI:NL:PHR:2018:974

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
10 september 2018
Zaaknummer
17/00747
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • A.J. Machielse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en afwijzing vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel na ontslag van rechtsvervolging

In deze zaak gaat het om de afwijzing van een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Op 25 januari 2017 heeft het hof het vonnis van de rechtbank Arnhem van 14 april 2016 vernietigd en de vordering afgewezen, waarbij het hof zich baseerde op het ontslag van rechtsvervolging dat in de strafzaak tegen de verdachte was uitgesproken. De Officier van Justitie heeft cassatie ingesteld, waarbij de advocaat van de verdachte het cassatieberoep van het OM schriftelijk heeft tegengesproken. De conclusie van de advocaat-generaal is dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

De advocaat-generaal stelt dat het middel zich richt tegen de motivering van het ontslag van rechtsvervolging in de hoofdzaak en niet tegen een schending van een rechtsregel. Hierdoor kan het beroep in cassatie niet worden ontvangen, omdat er niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur met middelen van cassatie is ingediend. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken (ECLI:NL:HR:2018:1086 en ECLI:NL:HR:2008:BF0171) aangegeven dat de positie van het OM verschilt van die van de verdachte, wat van invloed is op de beoordeling van cassatiemiddelen. De Hoge Raad vernietigt het arrest in de hoofdzaak en wijst de zaak terug, waarbij de grondslag voor de beslissing in de onderhavige zaak is komen te vervallen.

Conclusie

Nr. 17/00747 P
Mr. A.J. Machielse
Zitting: 27 maart 2018 (bij vervroeging)
Conclusie inzake:
[betrokkene] [1]
1. Op 25 januari 2017 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, het vonnis van de rechtbank Arnhem van 14 april 2016 vernietigd en de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen.
2. Mr. I.E.W. Gonzales, AG bij het Ressortsparket, heeft cassatie ingesteld. Mr. E.M. de Meijer, AG bij het Ressortsparket, heeft een schriftuur ingezonden houdende een middel van cassatie. Namens verdachte heeft mr. M.E. van der Werf, advocaat te Amsterdam, het cassatieberoep van het OM schriftelijk tegengesproken.
3.1. Het
middelvoert aan dat het hof ten onrechte de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft afgewezen met een verwijzing naar het ontslag van rechtsvervolging dat het hof in de strafzaak tegen verdachte op 25 januari 2017 ten aanzien van het onder twee bewezenverklaarde heeft uitgesproken. De steller van het middel meent dat verdachte ten onrechte van alle rechtsvervolging is ontslagen.
3.2. In de kern genomen richt het middel zich tegen de motivering van het ontslag van rechtsvervolging in de hoofdzaak. De schriftuur bevat dan ook niet een klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak - in dit geval het arrest in de ontnemingszaak - heeft gewezen. De schriftuur moet dan ook onbesproken blijven. [2]
Omdat niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad een schriftuur houdende middelen van cassatie in de ontnemingszaak is ingediend kan het beroep in cassatie niet worden ontvangen.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.De zaken met nummer 17/00561 ([A] B.V.), 17/00747 P ([A] B.V.) en 17/00748 ([betrokkene 1]) hangen samen. In al deze zaken wordt vandaag conclusie genomen.
2.Vgl. HR 23 september 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0171.