Conclusie
middelklaagt over de motivering van het bewezenverklaarde opzet.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte op 15 maart 2017 beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk onbruikbaar maken van een ophoudruimte van de Koninklijke Marechaussee, toebehorende aan Defensie. De verdachte verkeerde ten tijde van het delict onder invloed van grote hoeveelheden alcohol en had zijn voorgeschreven medicatie (antipsychotica) niet ingenomen. Het hof heeft overwogen dat de verdachte, ondanks zijn toestand, zich bewust was van de gevolgen van zijn alcoholgebruik en dat hij daarmee de aanmerkelijke kans aanvaardde dat hij een strafbaar feit zou begaan. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet opzettelijk handelde, maar het hof oordeelde dat er geen sprake was van een uitzonderlijk geval waarin de verdachte geen inzicht had in zijn gedragingen. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de argumenten van het hof, die gebaseerd waren op de documentatie van de verdachte en zijn eerdere overtredingen, voldoende waren om opzet te concluderen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep, omdat er geen gronden zijn aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden leiden.