“2.3.
Medeplegen
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of er een of meer medeverdachten betrokken zijn geweest bij de dood van het slachtoffer. Naar geldend recht is voor een bewezenverklaring van medeplegen vereist dat er sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen, waarbij het accent ligt op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken laat zich niet in algemene zin beantwoorden maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Bewuste nauwe samenwerking kan onder meer blijken uit de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. De kwalificatie van medeplegen is, aldus volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
Betrokkenheid medeverdachte(n)
Dat er een mededader betrokken is geweest, constateert het hof allereerst op de vaststelling van het hof dat getuige [betrokkene 1] de verdachte en een ander persoon bij de auto van de verdachte heeft zien staan op de kruising Bûterwei/Fogelsang op 9 juli 2017 vanaf omstreeks 00:30 uur. Beide personen liepen toen het weiland in.
Uit het sectierapport komt naar voren dat er veel geweld is toegepast op het lichaam en hoofd van het slachtoffer. De schedel van het slachtoffer is daadwerkelijk ingeslagen. De neus is verbrijzeld en de bovenkaak gebroken. Dit heeft een complexe schedeldak-basisbreuk, meervoudige hersenkneuzing en hersenzwelling tot gevolg gehad. Gelet op de verschillen in postuur: het slachtoffer 1,92 meter lang en 85 kilogram zwaar en de verdachte 1,70 meter lang en 60 kilogram zwaar, acht het hof het onaannemelijk en niet goed denkbaar dat de verdachte alleen het toegepaste heftige geweld heeft toegebracht en acht het hof het ook daarom aannemelijk dat een medeverdachte betrokken is bij het toebrengen van het dodelijke letsel. Het hof vindt in de inhoud van het dossier daarnaast ook andere aanwijzingen die duiden op betrokkenheid van een of meer anderen.
Contact verdachte met [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en locaties telefoons [betrokkene 2] en [betrokkene 3]
Rondom de dood van het slachtoffer is op basis van het opsporingsonderzoek een intensivering van het contact van de verdachte met haar oom [betrokkene 2] en haar moeder [betrokkene 3] te zien.
Uit het onderzoek volgen de navolgende contacten van de verdachte met [betrokkene 2] en [betrokkene 3] rondom 8 en 9 juli 2017:
- 6 juli 2017 22:17 uur: inkomend belcontact van [betrokkene 2] naar de verdachte, gemist.
- 6 juli 2017 22:21 uur: uitgaand belcontact van de verdachte (vanaf haar werk) naar [betrokkene 2] , duur 11 min en 4 sec.
- 7 juli 2017 16:13 uur: uitgaand belcontact van de verdachte naar [betrokkene 2] , duur 0 sec.
- 8 juli 2017 11:50 uur: uitgaand belcontact via WhatsApp van de verdachte naar [betrokkene 2] , duur 1 min en 43 sec.
- 9 juli 2017 16:09 uur: uitgaand belcontact van de verdachte naar [betrokkene 3] , duur 0 sec.
- 9 juli 2017 10:01 uur: ontvangst plaatje van [betrokkene 2] op WhatsApp met tekst ‘ook al huilt mijn hart, is het steeds bij jou’.
- 9 juli 2017 12:23 uur: [betrokkene 3] reageert op een vraag van [verdachte] in een WhatsAppgroep met de vraag wat iedereen die dag allemaal doet met: ‘uitrusten niets...’.
- 9 juli 2017 17:45 uur: uitgaand belcontact van de verdachte naar [betrokkene 3] , duur 2 min en 43 sec.103
Met de vaste telefoonlijnen van de woning van de verdachte en het slachtoffer is op de navolgende momenten contact geweest met [betrokkene 2] en [betrokkene 3] rondom 9.juli 2017:
- 7 juli 2017 16:14 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 2] , duur 4 min en 29 sec.
- 7 juli 2017 16:34 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 3] , duur 2 min en29 sec.
- 7 juli 2017 20:57 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 2] , duur 3 sec.
- 8 juli 2017 11:24 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 2] , duur 0 sec.
- 8 juli 2017 15:04 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 3] , duur 0 sec.
- 8 juli 2017 15:37 uur: uitgaand belcontact naar [betrokkene 3] , duur 8 min en 1 sec.* 106
Onderzoek van de telefoon van [betrokkene 2] wijst uit dat er tussen 8 juli 2017 15:31 uur en 9 juli 2017 08:37 uur geen enkele activiteit plaatsvindt op de tijdlijn van het toestel. Van 7 juli 2017 19:13 uur tot 9 juli 2017 12:12 uur heeft het toestel ook geen verbinding gemaakt met een wifi-netwerk.
Onderzoek van de telefoon van [betrokkene 3] wijst uit dat haar telefoon de volgende zendmasten heeft aangestraald rondom 9 juli 2017:
- 8 juli 2017 18:55 uur: zendmast tussen Hamminkeln en. Isselburg, autosnelweg A73 te Duitsland.
- 8 juli 2017 19:43 uur: zendmast Elsbosweg [...] , Klarenbeek te Nederland.
- 8 juli 2017 19:47:42 uur: zendmast Beemsterweg [...] , Apeldoorn.
- 8 juli 2017 19:47:56 uur: zendmast Nocturnestraat [...] , Apeldoorn.
- 8 juli 2017 19:48:33 uur: zendmast Vellertdijk [...] , Apeldoorn.
- 9 juli 2017 10:01 uur: zendmast omgeving Dormagen te Duitsland.
Aan de hand van deze zendmastgegevens is door de politie vastgesteld dat het toestel van [betrokkene 3] zich in Nederland bevindt en zich in Noordelijke richting voortbeweegt, bijvoorbeeld via de snelweg A50. De uiterste punten van de (globale) dekkingsgebieden van voornoemde masten bedraagt ongeveer 9,1 kilometer. Gezien het tijdsverloop van deze contacten zou de telefoon van [betrokkene 3] met een snelheid van rond de 100 kilometer per uur in noordelijke richting hebben verplaatst. Uit het raadplegen van Google Maps volgt volgens de politie dat bij de afstand tussen Apeldoorn-Twijzel (Wedze) via de A50/A32 per auto van 143 tot 147 kilometer de reistijd circa 1.37 tot 1.33 uur bedraagt.
Bij dit onderzoek naar de telefoon van [betrokkene 3] zijn onder andere de navolgende berichten aangetroffen rondom de nacht van 8 op 9 juli 2017:
- 8 juli 2017 15:23 uur sms-bericht van [betrokkene 3] naar haar buurvrouw, [betrokkene 5] : ‘ [betrokkene 5] dat wordt vandaag niets. Helaas moeten wij opschuiven’.
- 8 juli 2017 16:51 uur: sms-bericht van [betrokkene 3] naar [betrokkene 5] : ‘Morgen kan ik me immers ook amper bewegen en ik moet straks nog even weg’.
- 8 juli 2017 19:47 uur: ontvangst sms-bericht: ‘Willkommen in den Niederlanden’, met vervolgens een overzicht van tarieven.
Opvallend tijdens het onderzoek van de telefoon van [betrokkene 3] is verder dat alle sms-berichten van 7 en 8 juli 2017 van het toestel zijn verwijderd, in tegenstelling tot de weken daarvoor waarin er geen berichten zijn verwijderd. De tijdlijn van het toestel toont geen sms-berichten in de periode van 8 juli 2017 om 19:48 uur tot 22 juli 2017 23:23 uur. Tussen 8 juli 2017 om 19:47 uur en 9 juli 2017 om 10:10 uur is geen enkele activiteit op het toestel te zien. Een logische verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat het toestel toen uit stond. Een dergelijke langere periode van geen activiteit (ruim 14 uren) is niet op een ander moment waargenomen op de telefoon in de periode van 1 mei 2017 tot 9 juli 2017.
Uit onderzoek van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] naar de telefoon van de verdachte volgt dat in de periode van 19 juni 2017 tot en met 9 juli 2017 WhatsApp 16 keer opnieuw werd geïnstalleerd op de telefoon. Specifiek werd WhatsApp op 8 juli 2017 omstreeks 09:40 uur, 10:59 uur en 14:42 uur en op 9 juli 2017 omstreeks 05:29 uur opnieuw geïnstalleerd.110 WhatsApp werd op 8 juli 2017 om 10:49 uur, 13:26 uur en op 9 juli 2017 om 03:30 uur verwijderd.111 Uit onderzoek van verbalisant [verbalisant 1] volgt dat ook ten aanzien van de applicaties Instagram, Facebook Messenger en Facebook in de periode 4 juni 2017 tot en met 9 juli 2017 regelmatig een herinstallatie van deze applicaties plaatsvond.112 De politie heeft geconstateerd dat er zeer regelmatig telefonisch contact is met [betrokkene 3] rond het verwijderen en weer installeren van de diverse apps op de telefoon van de verdachte.
Opvallend is tevens dat de verdachte desgevraagd tijdens haar verhoor bij de politie, in weerwil van de werkelijkheid, aanvankelijk wil doen voorkomen dat zij van haar oom [betrokkene 2] geen telefoonnummer heeft.
Verder springt in het oog dat de verdachte blijkens het onderzoek aan haar telefoon op 9 juli 2017 vanaf 06:28 uur berichten begint te sturen naar vele personen: haar vriendinnen in Nederland, vrienden van de familie, [betrokkene 4] , de politie en haar stiefvader [betrokkene 6] . Door de verdachte worden zij allemaal actief op de hoogte gehouden van het feit dat het slachtoffer wordt vermist en later dat hij is overleden. Haar moeder in Duitsland benadert zij evenwel niet. Ondanks dat de verdachte in de ochtend berichten ontvangt van haar moeder, haar tante en haar zus [verdachte] , wordt hierop niet gereageerd door de verdachte. De verdachte probeert op 9 juli 2017 pas vanaf 16:09 uur telefonisch contact op te nemen met haar moeder, oma, tante en zus."
Daderkennis in Duitsland op 9 juli 2017
Uit het dossier volgt dat er in de ochtend van 9 juli 2017 - voordat bekend was dat het slachtoffer dood in het weiland was gevonden - al door [betrokkene 3] werd medegedeeld dat het slachtoffer was overleden. De buurvrouw van [betrokkene 3] , G. [betrokkene 5] , heeft als getuige verklaard dat [betrokkene 3] haar op 9 juli 2017 tussen 08:00 uur en 10:00 uur bij de koffie vertelde dat haar schoonzoon dood is. [betrokkene 3] vertelde dat de verdachte haar had gebeld, dat de verdachte alleen maar huilde en amper te verstaan was. Op een later moment heeft [betrokkene 3] nog verteld dat de benen van het slachtoffer zouden zijn verbrijzeld. Uit het onderzoek naar het telefoonverkeer tussen de verdachte en [betrokkene 3] volgt dat de verdachte pas aan het einde van de middag op 9 juli 2017 voor het eerst contact had met haar moeder, zus en oma. Een vriend van [betrokkene 3] , [betrokkene 7] , heeft verklaard dat hij op zondag 9 juli 2017 rond 10:00 en 10:30 uur van [betrokkene 3] hoorde dat het slachtoffer dood was. [betrokkene 3] zat op de bank bij hem en huilde. [betrokkene 3] zei tegen hem dat ze het van [verdachte] had gehoord, het had op internet gestaan, zo vertelde [betrokkene 3] tegen [betrokkene 7] .
Het hof stelt vast dat op de tijdstippen dat [betrokkene 3] aan twee personen afzonderlijk vertelt dat het slachtoffer is overleden, het lichaam van het slachtoffer nog niet gevonden was. In ieder geval was het toen nog niet bekend dat het om het slachtoffer ging die in het weiland was aangetroffen. Daar komt bij dat uit het onderzoek volgt dat de verdachte op dat moment nog helemaal geen telefonisch contact had gehad met haar oma, moeder en/of zus. Hieruit leidt het hof af dat er sprake was van daderkennis bij [betrokkene 3] .
Het hof stelt ook vast dat de verdachte vroeg in de ochtend van [betrokkene 2] op zondagochtend 9 juli 2017 een troostend bericht ontving voordat bekend was dat het om het slachtoffer ging die in het weiland was gevonden.
In hoger beroep overgelegde brief uit Duitsland en nader onderzoek in Duitsland
De advocaat-generaal heeft op 22 september 2020 een proces-verbaal ingebracht inhoudende een melding van de Duitse politie dat er iemand ( [betrokkene 8] ) zich bij hen had gemeld op 9 juli 2020 en meldde dat hij in januari 2016 door zijn broer [betrokkene 2] was benaderd met de vraag of hij € 30.000,- wilde verdienen. [betrokkene 8] vermoedde dat dit een criminele klus betrof en heeft dit afgeslagen. [betrokkene 8] is meermalen hierover verhoord door de Duitse politie. Uit dit proces-verbaal volgt tevens dat [betrokkene 2] op 31 maart 2020 is overleden in een ziekenhuis te Dormagen (Duitsland).
Ten aanzien van dit proces-verbaal inhoudende de melding van [betrokkene 8] is het hof van oordeel dat het door [betrokkene 8] beschreven contact met [betrokkene 2] in tijd te ver voor het overlijden van het slachtoffer ligt om dit in directe relatie te kunnen brengen met de dood van het slachtoffer op 9 juli 2017.