Conclusie
Nummer21/00593 P
De procedure in cassatie
Het middel
De hoofdzaak
diverse voertuigen (te weten een Audi A6 en/of een Volkswagen Touareg en/of een BMW 5 serie en/of een BMW 530D) (voor een bedrag van 160.375 euro) en/of
diverse motoren (te weten een Ducati Multistrada en/of een BMW R1200 RT en/of een BMW R1200GS en/of een KTM 990 en/of diverse investeringen ten behoeve van voornoemde motoren) (voor een bedrag van 39.808 euro) en/of
een vaartuig (te weten een Boston Whaler) (voor een bedrag van 97.775 euro) en/of
diverse horloges (te weten een Rolex Oyster en/of Patek Phillipe Nautilus 5980 en/of een Patek Phillipe Nautilus 5980R) (voor een bedrag van 106.400 euro) en/of
een televisie (van het merk Philips) (voor een bedrag van 3.750 euro),
diverse voertuigen (te weten een Audi A6 en/of een Volkswagen Touareg en/of een BMW 5 serie en/of een BMW 530D) en/of
diverse motoren (te weten een Ducati Multistrada en/of een BMW R1200 RT en/of een BMW R 1200GS en/of een KTM 990 en/of diverse investeringen ten behoeve van voornoemde motoren) en/of
een vaartuig (te weten een Boston Whaler) en/of
diverse horloges (te weten een Rolex en/of Patek Phillipe Nautilus 5980 en/of een Patek Phillipe Nautilus 5980R) en/of
een televisie (van het merk Philips),
De ontnemingszaak
er sprake moet zijn van een veroordeling voor een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd (36e, derde lid, oud) dan wel dat met een geldboete van de vijfde categorie wordt bedreigd (huidig artikellid);
op grond van een ingesteld strafrechtelijk financieel onderzoek aannemelijk is dat ook dat feit of andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen (36e, derde lid, oud) dan wel aannemelijk is dat of dat misdrijf of andere strafbare feiten op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, in welk geval het toegevoegde bewijsvermoeden geldt (huidig artikellid).
De beoordeling van het middel
Geerings/Nederlandvolgt dat artikel 6 lid 2 EVRM zich verzet tegen het ontnemen van voordeel verkregen uit feiten waarvoor de betrokkene is vrijgesproken. [1] Het komt daarbij aan op de vraag of de rechter in de ontnemingszaak alsnog de schuld van de betrokkene heeft aangenomen aan een strafbaar feit waarvan hij is vrijgesproken. [2]