Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.Het middel
Zaak met parketnummer 08-110145-19:
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens meermalen gepleegde diefstal. De verdachte heeft in twee verschillende zaken, met parketnummers 08-110145-19 en 08-206085-18, diefstal gepleegd van respectievelijk blikjes Bacardi-cola en tablets ter waarde van ongeveer 1500 euro. De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat de strafoplegging onbegrijpelijk is en dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het is afgeweken van de door de verdediging voorgestelde geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf. De advocaat-generaal heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep gepleit. Het hof heeft in zijn arrest overwogen dat de verdachte een omvangrijke justitiële documentatie heeft en dat de gepleegde diefstallen brutale feiten zijn, waarvoor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De verdachte heeft in hoger beroep zijn persoonlijke omstandigheden uiteengezet, waaronder zijn behandeling voor drugsverslaving en zijn wens om terug te keren in de maatschappij. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om af te wijken van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het hof voldoende gemotiveerd heeft waarom het de strafoplegging heeft gehandhaafd en dat het middel faalt.