Conclusie
Nummer21/03991
Inleiding
mishandeling", veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke geldboete van € 400,-, subsidiair acht dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaar. Op 18 oktober 2021 heeft het hof een herstelarrest gewezen.
Het procesverloop in feitelijke instanties
aanstaande vrijdag” [ik begrijp: 18 juni 2021] niet ter zitting te verschijnen omdat hij door zijn mentale gesteldheid niet in staat was zijn verdediging te voeren.
nog eenmaal” geschorst tot de terechtzitting van 10 september 2021.
schreef ik, dat ik contact opneem met het Hof indien ik mij mentaal weer goed voel. Deze opmerking heeft een reden. Met mijn mentale ziektebeeld, welke chronisch en terugkerend is, is er niet duidelijke een hersteltermijn in te schatten. Het is namelijk vervelend voor het Hof, maar ook voor mij, om elke keer de geplande zitting te laten verdagen. Echter begin augustus heb ik weer een dagvaarding voor de zitting van 10 september om 9.45 uur ontvangen. Ik heb het nog even afgewacht, echter mijn mentale gesteldheid is niet verbeterd.
Een nadere omschrijving van het middel
Het juridisch kader
NJ2019/285 m.nt. Mevis, algemene overwegingen gewijd aan (de beoordeling van) verzoeken om aanhouding die verband houden met het aanwezigheidsrecht. Deze luiden, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, als volgt:
De beoordeling van het middel
opde terechtzitting een uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing heeft gegeven op het gedane verzoek om aanhouding. De enkele mededeling van de raadsheer dat het hof de verdachte reeds op voorhand bij e-mailbericht van 6 september 2021 kenbaar heeft gemaakt niet te zullen bewilligen in het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de strafzaak, kan mijns inziens niet als een zodanige beslissing worden aangemerkt. [2]