3.5De bij het schadeonderbouwingsformulier als bijlage 1 gevoegde brief van [A] psychologen, houdt het volgende in:
Locatie Centrum, 30-10-2019
Op 18 en 30 oktober hebben er twee gesprekken ter intake plaats gevonden met [slachtoffer]. Hierbij meld ik u dat bovengenoemde cliënte is gestart met psychologische behandeling van een posttraumatische-stressstoornis met paniekaanvallen in de Specialistische GGZ.
Aanmeldingsklachten
Cliënte geeft aan last te hebben van paniekaanvallen, zich afsluiten van de buitenwereld, een tekort aan dagelijkse structuur en moeite met het oppakken van het ‘normale leven’ in het algemeen. Ze vertelt door traumatische ervaringen last te hebben van herbelevingen, nachtmerries, spanningsklachten, negatieve overtuigingen over zichzelf, anderen en de wereld, persisterende afschuw, boosheid, schaamte, verminderde belangstelling, gevoelens van onthechting van anderen en onvermogen om geluk of voldoening of liefdevolle gevoelens te ervaren. Cliënte is prikkelbaar, vertoont zelfdestructief gedrag (overmatig alcohol-en wietgebruik), is overmatig alert, heeft overdreven schrikreacties, heeft concentratieproblemen en slaapproblemen. Cliënte vertelt daarbij moeite te hebben om over gevoelens te praten. De klachten zijn ongeveer zes maanden geleden ontstaan en nemen afwisselend toe en af. Als oorzaak voor het ontstaan en/of in stand houden van haar klachten noemt cliënte dat zij bijna dagelijkse fysiek en mentaal mishandeld is door haar ex-vriend gedurende ongeveer anderhalf jaar.
De hulpvraag van cliënte is: weer structuur krijgen in haar dagelijkse leven en een manier vinden om haar gedachten te reguleren zodat ze er zelf weer meer controle over heeft.
Eerdere hulpverlening
Cliënte heeft toen zij 13 jaar oud was last gehad van depressieve klachten na het overlijden van haar oma. Cliënte heeft toen behandeling gehad zonder resultaat. Op het moment dat cliënte toentertijd met de pil was gestopt klaarden de depressieve klachten op, aldus cliënte. Daarnaast vertelt cliënte dat er zo’n vier maanden geleden bij Jellinek na onderzoek PTSS is vastgesteld. Cliënte heeft één sessie groepsbehandeling gevolgd bij Jellinek in verband met wietgebruik, maar heeft toen besloten daarmee te stoppen.
Beschrijvende diagnose
Cliënte heeft tussen 2016 en 2018 traumatische ervaringen meegemaakt. De traumatische ervaringen keren herhaaldelijk via herbelevingen en tijdens dromen terug. Cliënte ervaart hevige psychische spanning en heeft last van fysiologische reacties bij blootstelling aan interne en externe prikkels die de trauma’s symboliseren. Cliënte vermijdt gedachten, beelden en situaties die met de trauma’s samenhangen. Er is sprake van negatieve verandering in cognitie en stemming zoals onvermogen bepaalde aspecten van de traumatische gebeurtenissen te herinneren, negatieve overtuigingen over zichzelf, anderen en de wereld, persisterende afschuw, boosheid, schaamte, verminderde belangstelling, gevoelens van onthechting van anderen en onvermogen om geluk of voldoening of liefdevolle gevoelens te ervaren. Cliënte is prikkelbaar, vertoont zelfdestructief gedrag (overmatig alcohol-en wietgebruik), is overmatig alert, heeft overdreven schrikreacties, heeft concentratieproblemen en slaapproblemen.
Huidig medicatie-en middelengebruik
Cliënte gebruikt geen medicatie. Cliënte drinkt ongeveer 10 tot 15 alcoholische eenheden, namelijk bier, één avond per week. Cliënte gebruikt drugs, namelijk wiet, ongeveer 1 keer per week een halve gram. Cliënte drinkt geen cafeïne houdende dranken.
Zorgzwaarte-indicatie
Er is sprake van ernstige problematiek. Daarnaast is er sprake van matige complexiteit en een laag suïciderisico. Er is geen geweldsrisico. De klachten zijn sinds zo’n zes maanden aanwezig.
Suïcidaal risico
Cliënte heeft de afgelopen maand gedacht dat ze beter af was als ze dood was, maar heeft geen concrete plannen en heeft geen gedachten aan suïcide. Cliënte heeft op haar 13e jaar twee suïcidepogingen en op haar 17e jaar een suïcidepoging gedaan. Het suïciderisico wordt momenteel als laag ingeschat.
Psychologisch onderzoek
Op de SQ-48, een vragenlijst die de mate van psychische klachten meet, scoort cliënte afwijkend op de subschalen sociale fobie, somatische klachten, depressie en angst in vergelijking met de algemene populatie. De subschaal sociale fobie duidt op verhoogde sociaal angstige klachten zoals verlegen zijn, gevoelens van minderwaardigheid. De subschaal somatische klachten gaat om lichamelijke symptomen die kunnen optreden bij somatische aandoeningen maar ook lichamelijke verschijnselen die optreden wanneer men erg angstig is en paniekaanvallen ervaart. De subschaal depressie geeft aan dat er een verhoogde mate van depressieve symptomen zijn gerapporteerd. De subschaal angst geeft aan dat er in verhoogde mate sprake is van zenuwachtigheid, beverigheid, rusteloosheid of een vorm van gespannenheid.
Classificatie volgens DSM-5
Er is sprake van een 309.81 post-traumatische stressstoornis, met paniekaanvallen met uitgestelde expressie.
Tijdens de intake is het familiebeleid besproken en is afgesproken dat de voor cliënte belangrijke personen vooralsnog niet bij de behandeling worden betrokken.
Contact
Voor verdere afstemming sta ik gaarne ter beschikking.
Hopende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd,
[betrokkene 1]
Psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog
[betrokkene 2]
GZ-psycholoog/Regiebehandelaar