Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een bewijsverweer ten aanzien van feit 2
verbeteringvan gronden. Dat betekent in dit geval dat het Hof wel de bewijsmiddelen (ten aanzien van feit 2) uit het vonnis van het Gerecht heeft overgenomen, maar niet de in het middel bedoelde overweging van het Gerecht. [3] Dat maakt dat de eerste deelklacht – die kennelijk berust op de stelling dat het Hof die overweging van het Gerecht heeft overgenomen – feitelijke grondslag mist.
Feit 2. (artikel 232 b WSr BES)
Echter het is heel anders gegaan.RCN-Unit SZW die zijn aanvraag in behandeling heeft genomen, heeft hem niet begrepen en op een verkeerd spoor gezet. De verdediging legt het Uw Hof uit. Er zijn twee ondernemingen t.w. [A] B.V. en [B] . In die ondernemingen is [verdachte]
werknemeren niet zelfstandig ondernemer. [verdachte] weet niet waarom de RCN-Unit SZW hem als zelfstandig ondernemer heeft gekwalificeerd. [verdachte] krijgt een maandsalaris en heeft loonstrookjes en beide bedrijven hebben loonbelasting betaald. (
PRODUCTE 19,
PRODUCTIE 20en
PRODUCTIE 21)
19,
20en
21is het méér dan duidelijk dat het om een werkgever-werknemer relatie gaat.
Aanvraag noodregeling SZW-Werkgever”. [verdachte] verwijst naar
PRODUCTIE 22en
23. U ziet dat deze aanvragen gedaan zijn door de statutaire directeur van beide bedrijven, te weten [betrokkene 2] voor zijn werknemer, [verdachte] .
10 april 2020van de ambtenaar SZW, [betrokkene 1] .
(PRODUCTIE 24)
18 april 2020. Dat is vreemd dat [betrokkene 1] al acht dagen daarvoor reageert op de aanvraag. [verdachte] kan dat uitleggen. [verdachte] heeft vóór 10 april 2020 een aanvraag fysiek op het bureau afgegeven en hem is verteld om het digital te mailen via hun emailadres. Dat is toen gedaan op 18 april 2020. U ziet het verzoek van de ambtenaar SZW, [betrokkene 1] in haar e-mail van 18 april 2020. Toen is ook uitgelegd dat de werknemer [verdachte] twee banen had die samen 80 uur besloegen, u ziet dat in de
PRODUCTIE 25en
PRODUCTIE 26.
PRODUCTIE 25is het volgende relevant:
PRODUCTIE 26is het volgende relevant:
En dan gaat het fout.De ambtenaar SZW, [betrokkene 1] , deelt [verdachte] telefonisch mee dat hij een ander formulier moet invullen, te weten het formulier
“Aanvraag noodregeling SZW-Voor zelfstandig ondernemers” omdat hij ondernemer is volgens hun. (
PRODUCTIE 27 en PRODUCTIE 28)
PRODUCTIE 27is het volgende relevant:
PRODUCTIE 28is het volgende relevant:
ik heb hem als bijlage toegevoegd.
hoofdstuk 3 artikel 3b Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN:
de volledige zeggenschap in de onderneming heeft en de financiële risico’s daarvan draagt;” (Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN; Artikel 7. Subsidie inkomensverlies zelfstandig ondernemer; lid 3b)”
nietonder de categorie zelfstandig ondernemer kan vallen blijkt als volg.
arbeidsovereenkomst.(
VIDE PRODUCTIE 19)
minderheidsaandeelhouderen medebestuurder is van de in dit geding relevante rechtspersoon. (
PRODUCTIE 30) Hij is echter niet de bestuurder, die in het bedrijf het dagelijkse beheer voert. Ook door een maandelijks loon te ontvangen, maakt [verdachte] dus geen zelfstandige ondernemer. (
VIDE PRODUCTIE 20en
PRODUCTIE 21)Kortom, een werknemer is geen zelfstandige ondernemer!
US$ 761is door SZW direct overgeboekt naar de bankrekening van de aanvrager (
werkgever) [A] (
PRODUCTIE 31) en niet naar [verdachte] zijn persoonlijke rekening. Die
US$ 761was een tegemoetkoming ter verlichting in de loonkosten van [A] , zolang haar omzetverliezen van minimaal 20% niet is veranderd. (
PRODUCTIE 32) Het was dan ook [A] die een meldingsplicht had voor het geval dat de werknemer haar dienst zou verlaten.
aanvraag noodregeling SZW voorwerkgevervan18 april 2020” (
VIDE PRODUCTIE 22) en “
aanvraag noodregeling voorzelfstandig ondernemer van 24 april 2020” (
VIDE PRODUCTIE 29) nader te bekijken! Dit, omdat beide formulieren zijn ingediend.
“aanvraag noodregeling voor zelfstandig ondernemer”(
VIDE PRODUCTIE 11) [verdachte] veroordeeld als zijnde een zelfstandig ondernemer, omdat hij volgens dit formulier een meldplicht had. Dit formulier is
juist niet gehonoreerddoor de Rijksoverheid c.q. SZW-CN en is dus valselijk tegen hem gebruikt.
persoonlijke) bankrekeningnummer van
[0001]overmaken en wel conform de in dit formulier aangegeven bankrekeningnummer, waarvoor er ondertekend was.
aanvraag noodregeling SZW voor werkgever” gehonoreerd door SZW-CN, omdat de loonkosten tegemoetkoming conform
het ingevulde (bedrijf)bankrekeningnummer van
[0002]is overgemaakt. Als bewijs is toegevoegd enkele bankafschriften van [A] , waaruit blijkt dat de RCN-Unit SZW een bedrag van
US$ 761heeft overgemaakt op de bankrekening van [A] , vervolgens betaald [A] zijn werknemer, [verdachte] , het bedrag
US$ 761na enkele dagen.
[0002]wordt overgemaakt voor de werknemer, [verdachte] .
(PRODUCTIE 33)
28 mei 2020de mededeling ontvangt van SZW-CN dat aan het bedrijf [A] als werkgever en
niet aan [verdachte] als “zelfstandig ondernemer”US$ 761uitgekeerd bedoeld voor de werknemer van [A] .
veel minderuitgekeerd wordt dan bij de eerste aanvraag (als werkgever). De ondernemingen [A] en [B] zouden beide bij de eerste aanvraag als werkgever 80% van het loon ontvangen om de werknemer tegemoet te komen in de loonkosten en bij de tweede regeling zou [verdachte] maximaal US$ 761 per maand ontvangen.
PRODUCTIE 34) Dat klopt ook want vanaf die dag is de uitkering vervallen. Het is dus de Rijksoverheid die [verdachte] op een verkeerd spoor heeft gezet, verkeerd heeft voorgelicht, en verkeerde instructies heeft gegeven waardoor hij in deze situatie terecht gekomen is. [verdachte] heeft in deze geen opzet in welke vorm dan ook. Nu er geen sprake is van opzet en/of schuld, kan [verdachte] ook niet gestraft worden. Voor straf moet er minimaal sprake zijn van schuld. Dit is volstrekt niet aanwezig bij [verdachte] . Dit hele kwestie is simpelweg een misverstand tussen [A] , [verdachte] en SZW-CN.
47.Concluderend
VIDE PRODUCTIE 22) is ingediend door [A] . In die onderneming is [verdachte] werknemer en geen zelfstandig ondernemer (ZZP’er). De eerste rechter heeft hem dan ook ten onrechte gekwalificeerd als zelfstandig ondernemer. In het vonnis van 12 mei 2021 stelt de eerste rechter dat [verdachte] gedurende enkele maanden zowel het salaris en subsidie heeft ontvangen en daarmede de Bonairiaanse overheid en belastingbetalers benadelend. Dit strookt niet met de werkelijkheid. Immers [verdachte] heeft inderdaad salaris ontvangen, doch de subsidie is ontvangen door de rechtspersoon [A] . Ook dit kan beschouwd worden als een kennelijke misslag van de eerste rechter.
Niets is minder waar. [verdachte] heeft op geen enkele wijze getracht gelden te incasseren, waarop hij geen recht had.
Integendeelis hij vanaf de zogenaamde strafrechtelijk onderzoek door het OM duidelijk benadeeld geweest en heeft vanaf het begin zijn misnoegen geuit omtrent de oneerlijke en onzorgvuldige wijze van behandeling van de strafzaak.
nietgehonoreerd en kan dus niet worden gebruikt in het geding tegen hem, omdat SZW-CN de loonkosten tegemoetkoming heeft overgemaakt op de bankrekening van [A] , dat op haar beurt hem betaalde als werknemer. Anders gezegd: omdat [A] de werknemer [verdachte] betaalde, is hij verantwoordelijk schuldig aan dat bedrijf. En [A] is verantwoordelijk schuldig aan SZW-CN, omdat zij [A] betaalde. [verdachte] hoefde persoonlijk dus niets te melden bij SZW-CN. De meldingsplicht lag bij [A] , doch [A] had eigenlijk (nog) niets te melden, omdat de werknemer [verdachte] nog in dienst was bij [A] en [A] recht had op de uitkering voor de werknemer. Bovendien had [A] nog verliezen in de omzet.
(PRODUCTIE 35)
vrij te spreken.”