ECLI:NL:PHR:2024:671

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
23/04420
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van klager in cassatieberoep inzake beslag op e-step

In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van de klager in zijn cassatieberoep tegen een beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, die hem niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn klaagschrift tot teruggave van een in beslag genomen e-step. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beslag op de e-step reeds was geëindigd op de dag van inbeslagname, omdat de e-step aan de rechthebbende was teruggegeven nadat de klager afstand had gedaan van het bezit. De klager heeft beroep ingesteld, waarbij zijn advocaat N. Roos één middel van cassatie heeft voorgesteld, waarin het oordeel van de rechtbank wordt bestreden.

De Procureur-Generaal, T.N.B.M. Spronken, heeft in zijn conclusie aangegeven dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep. Dit is gebaseerd op het feit dat er inmiddels door de kinderrechter een vonnis is gewezen in de strafzaak, waarin de klager is veroordeeld voor schuldheling van de e-step. In dit vonnis is ook een beslissing genomen over het beslag en de teruggave aan de rechthebbende, wat betekent dat de beklagprocedure geen verder oordeel meer kan geven. De Procureur-Generaal concludeert dat de klager niet-ontvankelijk is, ongeacht of de beslissing van de kinderrechter al dan niet onherroepelijk is.

De zaak illustreert de procedurele aspecten van het cassatieberoep en de rol van de Procureur-Generaal in het beoordelen van de ontvankelijkheid van een klaagschrift. De uitspraak van de kinderrechter en de eerdere rechtspraak, zoals HR 4 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1022, zijn relevant voor de beoordeling van deze zaak.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer23/04420 B
Zitting2 juli 2024
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[klager] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
hierna: de klager

1.Het cassatieberoep

1.1
De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft bij beschikking van 8 november 2023 de klager niet-ontvankelijk verklaard in het op grond van art. 552a Sv ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave aan hem van een in beslag genomen e-step.
1.2
Het cassatieberoep is ingesteld namens de klager en N. Roos, advocaat in Rotterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
1.3
In het middel wordt het oordeel van de rechtbank dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn klaagschrift bestreden. Aan dit oordeel ligt ten grondslag dat de rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag reeds op de dag van inbeslagname is geëindigd, doordat de e-step – nadat de klager hiervan afstand had gedaan – aan de rechthebbende is teruggegeven. In de schriftuur wordt aangevoerd dat de teruggave van de e-step niet conform een wettelijke regeling heeft plaatsgevonden en dat de rechtbank de klager daarom ontvankelijk had moeten verklaren in zijn beklag.

2.Ontvankelijkheid in het cassatieberoep

2.1
Ik kom niet toe aan de bespreking van het middel. Dit houdt verband met het volgende.
2.2
Uit bij de rechtbank ingewonnen inlichtingen blijkt dat inmiddels door de kinderrechter een vonnis is gewezen in de met het beslag samenhangende strafzaak, waarin de klager is veroordeeld voor schuldheling van de e-step in kwestie. [1] In dit vonnis heeft de kinderrechter ook een beslissing gegeven over het beslag op de e-step en teruggave hiervan aan de rechthebbende (de aangever van diefstal) gelast.
2.3
Dat betekent dat de klager niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep op grond van de omstandigheid dat door de strafrechter inmiddels over het beslag is beslist. De aard van de beklagprocedure, die slechts ertoe strekt een voorlopig rechterlijk oordeel over het beslag te verkrijgen, brengt in zo’n geval met zich dat op het klaagschrift geen (andersluidend) oordeel meer kan volgen. Daartoe is niet van belang of die beslissing al dan niet onherroepelijk is. [2]

3.Conclusie

3.1
Deze conclusie strekt ertoe dat de klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Vonnis van de kinderrechter d.d. 14 november 2023, in de zaak met parketnummer 08/256285-23.
2.Zie onder meer HR 4 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1022, NJ 2023/267 m.nt. Mevis.