Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
CONCLUSIE
middelklaagt in de kern over de bepaling van de duur van de vervangende hechtenis op 540 dagen.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak, behandeld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, gaat het om een conclusie in een strafzaak met betrekking tot profijtontneming in Sint Maarten. De zaak betreft de vraag of het Hof de Nederlandse LOVS-richtlijnen mocht gebruiken bij het bepalen van de duur van de vervangende hechtenis, gezien de detentieomstandigheden in Sint Maarten. De beslissing van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevestigde eerder de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, waarbij een bedrag van NAf 192.690,- als wederrechtelijk verkregen voordeel werd vastgesteld en de vervangende hechtenis op 540 dagen werd bepaald.
De verdediging heeft in hoger beroep geen verzoek gedaan om de duur van de vervangende hechtenis te verlagen, ondanks de ongunstige detentieomstandigheden op Sint Maarten. De Procureur-Generaal concludeert dat het middel tevergeefs klaagt over de toepassing van de Nederlandse LOVS-oriëntatiepunten, aangezien de verdediging niet eerder heeft aangevoerd dat de detentieomstandigheden in Sint Maarten in aanmerking genomen hadden moeten worden. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep, met de opmerking dat er geen gronden zijn aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden moeten leiden.