2.3Het hof heeft voorts overwogen:
“Op grond van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep stelt het hof het volgende vast.
Op 27 augustus 2021 omstreeks 22.39 uur kwam [aangever ] samen met zijn vrouw [aangeefster] aan bij zijn woning aan de [a-straat 1] te [plaats] . Nadat zij uit de auto waren gestapt sprong er een persoon op [aangever ] . Toen [aangever ] zich verzette, kwam er een tweede persoon naar hem toe. [aangever ] lag op de grond en een man zat op hem die meermalen “Horloge, horloge” riep. Uiteindelijk is [aangever ] van zijn horloge van het merk Rolex beroofd. Tijdens de overval zijn er geweldshandelingen jegens [aangever ] en [aangeefster] verricht. [aangeefster] heeft een klap op de zijkant links van haar slaap gekregen. [aangever ] is – terwijl hij op de grond lag – meermalen in zijn gezicht geslagen en getrapt.
[aangever ] heeft de volgende signalementen van de daders opgegeven:
- Dader 1: een Antilliaanse man, een dikkere man, niet afgetraind en kleiner dan 1.87 meter. Deze dader riep om het horloge.
- Dader 2: deze dader was dun en meer afgetraind. Hij had ongeveer dezelfde lengte als dader 1. Deze dader heeft de geweldshandelingen verricht. Waarschijnlijk is deze dader ook Antilliaans.
Korte tijd na de overval heeft [aangever ] zijn auto naar een garagebedrijf gebracht. Ter plaatse bij het garagebedrijf is een onderzoek aan de auto van [aangever ] ingesteld en is onder de auto een magnetisch baken, een GPS-tracker van het merk Tristar, aangetroffen.
Voor beantwoording van de vraag of de verdachte een van de twee daders van de overval is geweest, acht het hof het volgende van belang.
Voorafgaande aan 27 augustus 2021
De [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 4 augustus 2021, drie weken voor de overval, omstreeks 19.30 uur zijn auto parkeerde tegenover zijn woning aan de [b-straat 1] te [plaats] en dat hij op dat moment een hem onbekende manspersoon zag staan, die vervolgens in een grijs voertuig voorzien van het [kenteken] stapte. De man bleef enige tijd zitten en liep vervolgens weg in de richting van [...] . De persoon kon hij omschrijven als een donkergekleurde manspersoon van ongeveer 25 jaar oud.
De [getuige 2] heeft verklaard dat zij de persoon, zoals omschreven door [getuige 1] , in de periode tussen 4 augustus 2021 en 20 augustus 2021 een aantal malen heeft gezien. Telkenmale werd het voertuig voorzien van het [kenteken] op dezelfde plek geparkeerd, aan de overzijde van de woning aan de [b-straat 1] . De getuige heeft de personen die bij dit voertuig hoorden omschreven als donkergetinte personen, van halverwege 20 jaar oud. Zij heeft deze personen voor het laatst op 19 of 20 augustus 2021 gezien en de mannen waren toen een half uur tot drie kwartier weggelopen in de richting van de [...] , waar [aangever ] met zijn vrouw [aangeefster] woonachtig is.
Uit onderzoek is gebleken dat het [kenteken] in augustus 2021 op naam van de verdachte stond en dat de verdachte het [telefoonnummer 1] in gebruik had. De verdachte heeft dit op de terechtzitting in eerste aanleg ook erkend.
Van het [telefoonnummer 1] zijn de historische verkeersgegevens opgevraagd. Uit deze gegevens blijkt dat de verdachte over in zes maanden (14 april 2021 tot en met 14 oktober 2021) vele contactmomenten heeft gehad. Zo heeft hij ongeveer 500 contactmomenten met het [telefoonnummer 2] (het telefoonnummer van zijn neef), 325 contactmomenten met het [telefoonnummer 3] , 230 contactmomenten met het [telefoonnummer 4] en ongeveer 400 contactmomenten met het [telefoonnummer 5] (het telefoonnummer van zijn vriendin) gehad.
In de periode 24 juni 2021 tot en met 24 september 2021 was deze telefoon dagelijks in gebruik. Er was op alle dagen, geen dag uitgezonderd, sprake van in- en uitgaande gesprekken. Daarnaast was er sprake van nagenoeg iedere dag uitgaand dataverkeer alsmede inkomende en uitgaande SMS.
Uit de historische verkeersgegevens volgt voorts dat de telefoon op 2, 4, 13, 14 en 15 augustus 2021 gebruik heeft gemaakt van de zendmast [...] . De zendmast [...] bestrijkt het gebied van de [...] en de [...] te [plaats] .
Uit mutatierapporten komt ook naar voren dat de verdachte op 8 mei 2021, 27 mei 2021 en 1 juni 2021 de bestuurder was van de Seat Ibiza, kleur grijs, voorzien van het [kenteken] . Op eerst- en laatstgenoemde datum werd in die auto een GPS-tracker/baken (op 8 mei 2021 van het merk Tristar met verpakkingsdoos) aangetroffen.
Op 27 augustus 2021
Door de politie is nader onderzoek verricht naar de ANPR-gegevens van het [kenteken] op 27 augustus 2021. Uit de verstrekte gegevens is gebleken dat de Seat met dit kenteken op 27 augustus 2021 om 21.56 uur is gesignaleerd op de [...] tor hoogte van de [...] rijdende van noord naar zuid, om 22.47 uur passeerde op de [...] ter hoogte van [...] te [plaats] rijdende in de richting van [plaats] en om 23.15 uur op de [...] wederom ter hoogte van de [...] werd aangetroffen, rijdende en nu van zuid naar noord. Bij vergelijking van de locaties en de tijdstippen van de historische verkeersgegevens is gebleken dat ook de telefoon in gebruik bij de verdachte precies de locaties/route van dit voertuig volgt.
Zo is naar voren gekomen dat op 27 augustus 2021 de telefoon van de verdachte zich vanuit [geboorteplaats] via de [...] naar [plaats] verplaatste. De telefoonlocaties [...] , [...] en de [...] te [plaats] zijn zendmasten gelegen langs de route van [geboorteplaats] naar de [...] . Om 22.11 uur straalde de telefoon de mast op de [...] in [plaats] aan. Dat is op enkele kilometers afstand van de [...] in [plaats] . Het eerstvolgende moment dat de telefoon een zendmast aanstraalde was omstreeks 22.51 uur, dat was een mast op [...] in [plaats] . De overval heeft omstreeks 22.40 uur plaatsgevonden. De afstand van de [...] naar [...] kan volgens Google Maps worden afgelegd in 11 minuten.
Op camerabeelden van de woning aan de [b-straat 2] in [plaats] is door een verbalisant waargenomen dat op 27 augustus 2021 te 22.42 uur een voertuig vanuit de richting van de [...] gereden komt en dat dit voertuig voorzien is van een panoramadak. Op foto’s van de ANPR-gegevens valt waar te nemen dat het voertuig, een donkergrijze Seat Ibiza, met het [kenteken] voorzien is van een panoramadak.
Uit onderzoek is verder naar voren gekomen dat het [telefoonnummer 1] op de avond van de overval zowel om 21.07 uur als om 22.51 uur contact heeft gehad met de neef van de verdachte en vervolgens om 23.02 uur contact heeft gehad met de vriendin van de verdachte. De telefoon behorende bij voornoemde nummer was voorzien van een vergrendelcode.
Conclusie
Voornoemde feiten en omstandigheden – in onderlinge samenhang bezien – maken dat het hof wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte een van de twee daders van de overval is geweest. Het hof acht in dit verband van belang dat de auto van de verdachte voorafgaande aan de overval meermalen in de buurt van de woning van [aangever ] is gesignaleerd en dat de telefoon van de verdachte meermalen een zendmast heeft aangestraald die het gebied van de woning van [aangever ] en [aangeefster] bestrijkt. Tevens zijn de ANPR-gegevens van de auto van de verdachte, die een bepaalde route hebben opgeleverd, rondom het tijdstip van de overval in lijn met de zendmastgegevens van het aan de verdachte toebehorende telefoonnummer. Hoewel de door [aangever ] en de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] opgegeven signalementen niet echt onderscheidende kenmerken bevatten, past het uiterlijk van de verdachte wel degelijk in deze signalementen. De verdachte was ten tijde van de overval immers 22 jaar oud, heeft een Kaapverdiaanse achtergrond en heeft zoals het hof uit het persoonsdossier heeft kunnen vaststellen een donkergetinte huidskleur. Daarbij komt dat de auto van de verdachte voorzien is van een panoramadak, welk onderscheidende kenmerk eveneens is waargenomen bij de auto die blijkens de camerabeelden zeer kort na de overval uit de richting van de straat van [aangever ] gereden komt. Tot slot is er tijdens twee controles in de auto van de verdachte, waarbij hij telkens als bestuurder van de auto optrad, een GPS-tracker/baken aangetroffen. Dit bleek in ieder geval op 8 mei 2021 een GPS-tracker te zijn van hetzelfde merk als de GPS-tracker die onder de auto van [aangever ] is gevonden.
Het door de verdachte gepresenteerde alternatieve scenario dat hij zijn auto op de dag van de overval zou hebben verhuurd en dat hij zijn telefoon altijd in zijn auto zou achterlaten teneinde te kunnen achterhalen waar zijn auto zich bevindt, verwerpt het hof. De verdachte is in een laat stadium, namelijk eerst op de terechtzitting in eerste aanleg, met dit alternatieve scenario gekomen. Bij de rechter-commissaris heeft de verdachte namelijk nog verklaard dat het zo kon zijn dat zijn telefoon “toevallig net in de auto lag toen die werd verhuurd”. Maar bovenal vindt het alternatieve scenario zijn weerlegging in het dossier, doordat de telefoon in de periode rondom de overval zeer frequent door de verdachte werd gebruikt voor gespreksverkeer, de telefoon kort vóór en na de overval contact had met bekenden van de verdachte (zijn neef en zijn vriendin) en de telefoon was voorzien van een vergrendelcode. Niet is gesteld noch is gebleken is dat de verdachte de code voor ontgrendeling van zijn telefoon aan een ander ter beschikking heeft gesteld dan wel dat zijn telefoon door een ander dan hemzelf werd gebruikt. Daarbij komt dat de verdachte niet heeft aangeduid noch met stukken heeft onderbouwd aan wie hij zijn auto op de dag van de overval zou hebben verhuurd. Het hof stelt de verklaring van de verdachte op dit punt dan ook als ongeloofwaardig terzijde.”
De bespreking van het middel